10-08 RvT Groningen
Niet-terugstorten borgsom. Minnelijke regeling ter zitting. Een makelaar trad privé op als verhurende makelaar voor zijn broer, maar de correspondentie liep wel via zijn kantoor. Op de suggestie van de voorzitter van de raad zijn partijen ter zitting tot een vergelijk gekomen. Download uitspraak (pdf)
De Raad van Toezicht Groningen geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
de heren C.G.en R.B. wonende te W, klagers,
tegen
de heer M. S., makelaar o.g. te L., voorheen lid van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM, thans aangesloten NVM-makelaar, beklaagde
1. Verloop van de procedure
1.1. Bij brief met bijlagen d.d. 14 september 2010, gericht aan de afdeling Consumentenvoorlichting van de Vereniging, hebben klagers tegen beklaagde een klacht ingediend.
1.2. Door de afdeling is een schikking beproefd die niet is geslaagd en klager R.G.M.B. heeft verzocht de klacht door te zenden aan de Raad ter behandeling en door hem is tijdig het klachtgeld betaald. Blijkens het formulier tot doorzending zou de klacht zijn gericht tegen de heer D, maar nader is gebleken dat de klacht is gericht tegen beklaagde die tegenover de Raad zijn verantwoordelijkheid als makelaar in dezen heeft erkend en aanvaard.
1.3. Tegen deze klacht heeft beklaagde een verweerschrift ingediend op 6 december 2010. Klagers hebben aanvullend aan de Raad bij brief van 29 november 2010 nog een tweetal foto’s als bewijs toegezonden.
1.4. De klacht is mondeling behandeld door de Raad op zijn zitting van 27 januari 2011, waar klagers en beklaagde zijn verschenen. Door hen is een nadere toelichting gegeven op hun standpunt en is op vragen van de Raad geantwoord.
2. De klacht
2.1. Samengevat en zakelijk weergegeven houdt de klacht in dat klager C.G.B. door bemiddeling van beklaagde een woonruimte in L. huurde en daarvoor € 600,– borg heeft betaald. Na ommekomst van de huurtermijn heeft beklaagde de borg niet willen terugbetalen en reageerde hij niet op brieven of telefonische oproepen. Aldus heeft beklaagde anders gehandeld dan een behoorlijk makelaar betaamt.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. De klacht richt zich tegen makelaar S te L, die aangesloten makelaar NVM is. De Raad van Toezicht Groningen is derhalve bevoegd om van deze klacht kennis te nemen.
3.2. Het is de Raad gebleken dat een broer van beklaagde eigenaar is van het huurpand in kwestie en dat beklaagde ten behoeve van zijn broer een aantal zakelijke aspecten met betrekking tot deze verhuur regelde.
3.3. Correspondentie met betrekking tot de verhuur liep onder meer via de e-mailbox van het makelaarskantoor. Klagers meenden daarom dat beklaagde in dezen als makelaar ten behoeve van zijn broer optrad. Beklaagde ontkent dit en betoogt dat het hier ging om een privé-activiteit ten behoeve van zijn broer.
3.4. Staande de zitting is door de voorzitter aan partijen voorgehouden dat het standpunt van klagers niet van enige grond was ontbloot en of het niet mogelijk was om tot een vergelijk te komen. Na een schorsing hebben partijen zich kunnen vinden in een minnelijke regeling en heeft beklaagde toegezegd tijdig aan klager C.G.B. een bedrag van € 500,– terzake van de borg te restitueren. Klager heeft inmiddels de ontvangst van dit bedrag schriftelijk aan de Raad bevestigd.
3.5. De Raad zal daarom uitspraak doen als na te melden.
4. De beslissing
4.1. De Raad stelt de ingediende klacht buiten behandeling.
4.2. De Raad bepaalt dat aan klager sub 2 het door hem betaalde klachtgeld zal worden gerestitueerd.
ALDUS gewezen te Groningen op 27 januari 2011 door mr. U. van Houten, voorzitter, C.A. Voogd, lid, en de secretaris mr. G.J. Niezink.
Getekend door de voorzitter en de secretaris op 10 maart 2011.
mr. U. van Houten, mr. G.J. Niezink,
voorzitter secretaris