09-17 RvT Groningen

Minnelijke regeling ter zitting bereikt. De ingediende klacht wordt staande de mondelinge behandeling tussen partijen geschikt en vastgelegd in een regeling. De klacht wordt door klager ingetrokken en door de raad buiten behandeling gesteld. Download uitspraak (pdf)

De Raad van Toezicht Groningen geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Mevrouw R. van der W wonende te G, BRD , klaagster,

tegen

de heer H.V., makelaar o.g. te V, voorheen lid van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM, thans aangesloten NVM-makelaar, beklaagde

1.                        Verloop van de procedure
1.1.         Bij e-mailbericht van 14 september 2009 met bijlagen heeft klaagster bij de afdeling Consu­men­tenvoorlichting van de Vereniging een klacht over beklaagde gedeponeerd. Door de afdeling is een bemiddelingspoging beproefd, waarbij tussen beklaagde, de Vereniging en klaagster brieven en e-mails zijn gewisseld, maar welke bemiddelingspoging geen resultaat heeft gehad. Bij e-mail­bericht van 20 oktober 2009 heeft klaagster de afdeling gevraagd de klacht in handen te willen stellen van de Raad ter behandeling.
1.2.         Deze klacht is door de afdeling bij brief met bijlagen van 26 oktober 2009 aan de Raad toegestuurd.
1.3.         Tegen deze klacht is door mr. A.H.R. Lok. van Schouten Insurance International B.V. te Rotterdam namens beklaagde een verweerschrift ingediend.
1.4.         De klacht is mondeling behandeld door de Raad op zijn zitting van 12 maart 2010, waar klaagster is verschenen alsmede beklaagde, vergezeld door mr. Lok. Door c.q. namens partijen is een nadere mondelinge toelichting op de klacht gegeven en is op vragen van de Raad geantwoord. Door klaagster zijn nog een aantal bescheiden aan de Raad overhandigd.
1.5.         Door de voorzitter is aan klaagster onder ogen gebracht dat de Raad slechts een tuchtrechtelijk oordeel kan geven over het handelen van de makelaar en dat hij geen vorderingen tot schadevergoeding in behandeling neemt; daarvoor is bij uitstek de civiele rechter bevoegd.
1.6.         Staande de zitting is vervolgens, na enige schorsingen, tussen partijen ten overstaan van de Raad een schikking tot stand gekomen die als volgt werd vastgelegd:
               a.      beklaagde zal uiterlijk 26 maart 2010 aan klaagster een schadevergoeding betalen van € 900,–;
               b.      beklaagde zal regelen dat de Duitse makelaar die bij deze kwestie betrokken is, zijn (mogelijke) BTW-claim jegens klaagster intrekt;
               c.      de door beklaagde in Duitsland tegen klaagster aanhangig gemaakte procedure wordt geroyeerd, waarbij ieder de eigen kosten draagt en partijen elkaar over en weer finale kwijting verlenen;
               d.      na effectuering van de vorenstaande punten zal klaagster haar klacht intrekken en zal zij verklaren op de website www.makelaarsklachten.nl dat de kwestie die door haar daar aan de orde is gesteld en waarbij de naam van beklaagde is genoemd, in goed overleg tot een minnelijke regeling is gebracht en dat zij haar klacht jegens beklaagde heeft ingetrokken.
1.7.         Bij e-mailbericht van 4 mei 2010 aan de Raad heeft klaagster bericht dat zij haar klacht intrekt en dat beklaagde aan zijn verplichtingen jegens haar heeft voldaan, maar dat de website waarop zij haar bericht zou schrijven, niet meer bestaat en dat zij daarom dit stukje niet kan publiceren.

2.            De beoordeling van het geschil
2.1.         Nu partijen staande de zitting van de Raad een minnelijke regeling hebben bereikt en klaagster aan de Raad schriftelijk heeft meegedeeld haar klacht te willen intrekken, komt de Raad, nu hij geen aanleiding ziet deze klacht ambtshalve te behandelen, aan een verdere inhoudelijke toetsing daarvan niet toe en doet hij uitspraak als na te melden.

3             De beslissing
3.1          De Raad stelt de ingediende klacht buiten behandeling.

Aldus gewezen te Groningen op 12 maart 2010 door mr. B. van den Bosch, voorzitter, C.A. Voogd, lid, en de secretaris mr. G.J. Niezink.

Getekend door de voorzitter en de secretaris op 29 juni 2010.

mr. B. van den Bosch,                                                                        mr. G.J. Niezink,
voorzitter