18-09 RvT Oost

Echtscheiding, perikelen bij. Onjuist verkoopadvies. Onpartijdigheid. Ongepast optreden. Beklaagde is door de ex-partner van klager gevraagd of hij de verkoop van de voormalige echtelijke woning ter hand zou willen nemen. Nog voordat de opdracht schriftelijk werd vastgelegd, is tussen klager en beklaagde onenigheid ontstaan. Uiteindelijk heeft dit er toe geleid dat beklaagde zijn opdracht heeft teruggegeven. Klager verwijt beklaagde dat hij zich onprofessioneel, partijdig en ondeskundig heeft opgesteld. Daarnaast zou beklaagde zich in een telefoongesprek met klager grievend hebben uitgelaten. De Raad stelt vast dat beklaagde aanvankelijk niet op de hoogte was van het feit dat de rechtbank zijn kantoor had aangewezen om de verkoop ter hand te nemen. Beklaagde wist evenmin dat klager was veroordeeld om aan die verkoop medewerking te verlenen. In zijn communicatie met klager heeft beklaagde daar dan ook geen rekening mee kunnen houden. Hierdoor is ruis op de lijn tussen partijen ontstaan die beklaagde niet kan worden verweten. Nu op geen enkel punt is gebleken dat beklaagde tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld heeft, wordt de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard.  Download uitspraak (pdf)

Raad van Toezicht Oost

Stichting Tuchtrechtspraak NVM                                                                                          NVM

Beslissing van 12 februari 2018

Inzake de klacht van

S., wonende te D., klager,

tegen

A,

kantoorhoudende te D., beklaagde,

gemachtigde: mr. W.

In deze beslissing zal klager ‘S.’ en zal beklaagde ‘A’ worden genoemd. De Raad van Toezicht Oost van de Stichting Tuchtrechtspraak NVM zal de Raad’ worden genoemd.

1. Het verloop van de klachtprocedure

Het verloop van de klachtprocedure blijkt uit:

de klacht, alsmede de aanvulling daarop zoals blijkt uit de e-mails van 5 juni 2017

23.05 uur en 23.10 uur (met bijlagen);

de overige door klager in het geding gebrachte stukken, te weten:

de email van mevrouw R. d.d. 22 mei 2017 11.03 uur;

de email d.d. 2 juni 2017 16.07 uur met bijlagen;

de e-mail d.d. 6 juni 2017 20.28 uur met bijlagen;

het vonnis van de Rechtbank Gelderland d.d. 8 maart 2017;

de e-mail van S. d.d. 8 juni 2017 17.06 uur; de email van S. d.d. 8 juni 2017 23.30 uur; de email van A d.d. 9 juni 2017 16.37 uur;

de brief van H. d.d. 9 juni 2017;

de e-mail van S. d.d. 10 juni 2017 10.10 uur;

de e-mail van A d.d. 14 juni 2017 23.10 uur;

de e-mail van S.d.d. 11 juli 2017 21.34 uur; de e-mail van S.d.d. 11 juli 2017 21.37 uur; de e-mail van S.d.d. 11juli 2017 21.39 uur;

Stichting Tuchtrechtspraak NVM Raad van Toezicht Oost

Mercurion 20 I, 6903 PZ ZEVENAAR I T 0316 52 77 52


 

het verweer van 22 september 2017 met bijlagen;

het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 januari 2018. Verschenen zijn : S. en A, bijgestaan door mr. W.

2. De feiten

2.1     A is op 3 mei 2017 door de ex-partner van S. telefonisch benaderd met het verzoek om te bemiddelen bij de verkoop van de voormalige echtelijke woning aan de [adres] (hierna: “de woning”).

2.2    Op 3 mei 2017 heeft A met klager een afspraak gemaakt voor een verkoopgesprek op 9 mei 2017.

2.3     A heeft op 9 mei 2017 de woning opgenomen.

2.4     Op 11 mei 2017 heeft A aan S. en zijn ex-partner een verkoopadvies toegezonden. In die brief heeft A onder meer het volgende gesteld:

“Ik adviseer u een vraagprijs van zn 325.000,- kosten koper te vragen indien de woning er verkoop klaar bijstaat. De marktwaarde ligt op circa 310.000, tot

315.000,-. Bij de waardering van uw woning heb ik rekening gehouden met o.a. de bouwaard, omgeving, ligging en het afwerkingsniveau. Tevens is een vergelijk

gemaakt met soortgelijke woningen welke recentelijk werden verkocht in de omgeving. Hiervoor moest ik veelal uitwijken naar de woonwijk [X] in D.

De doorlooptijden in [Y] liggen op het moment vrij hoog en de koopsommen liggen lager in vergelijk met D. zelf. Verder zijn er tegenover en naast u nieuwbouw activiteiten te verwachten. Vandaar dat een goede eerste indruk bij kandidaat kopers nog belangrijker is. Het woonhuis is op het moment niet verkoop klaar. De tuin is bij voorbeeld matig tot slecht onderhouden. Ook dient de woning aan de binnenzijde behoorlijk worden opgeruimd.

Er dient een schoonmaakplan te worden gemaakt waarna onze fotograaf zijn ding kan doen. Enkele tips voor een fotografie-opname zitten in de bijlage. Ik stel voor dat ik maandag 22 mei 2017 een afspraak probeer te plannen[.....]

[....]

Wij kunnen u dit verkooppakket als volgt aanbieden:

       provisie/courtage: 1,85% inclusief 21% BTW van de verkoopprijs (te betalen bij overdracht via de notaris);


        opstartkosten: 600,- inclusief 21% BTW (te betalen bij aanvang van de verkoop);

Ik hoop u naar genoegen geïnformeerd te hebben. Graag verneem ik van de week van u of de afspraak op 22 mei 2017 kan doorgaan. Zoja, zal ik rekening proberen te houden met het gewenste tijdstip.

[ ...]”

2.5     Op 17 mei 2017 16.13 uur heeft een medewerker van A aan de ex-partner van

S. de volgende e-mail gezonden:

“Mijn collega [voornaam]A heeft op 11 mei jl. zijn verkoopadvies inzake uw woning aan de [adres] toegestuurd. Wij zijn benieuwd naar uw reactie of dat wij voor maandag 22 mei de afspraak kunnen gaan inplannen met de fotograaf”.

2.6                De ex-partner van S. heeft bij e-mail van 17 mei 2017 21.31uur als volgt gereageerd:

“Mijn excuus voor de verlate reactie. Ik ben akkoord met het voorstel en zou graag willen dat de fotograaf maandag 22 mei de foto’s kan maken. Ik hoor graag of de afspraak doorgaat.”

2.7     A heeft vervolgens op 18 mei 2017 17.42 uur aan S. een e-mail met de volgende inhoud gezonden:

“Inmiddels heb ik van uw ex-partner een reactie op mijn verkoopadvies, zie onderstaande emailwisseling.

Mijn collega heeft u gisteren gemaild en ik heb u vandaag de voicemail ingesproken maar tot op heden heb ik nog niks van u vernomen. Wat gaan wij doen? Werkt u mee aan een verkoop?

Graag ontvang ik vandaag of morgenvroeg alsnog even een reactie van u.”

2.8     A en S.hebben op 18 mei 2017 ‘s avonds met elkaar telefonisch gesproken.

2.9     Op vrijdag 19 mei 2017 11.09 uur heeft A aan S. de volgende

mail gezonden:

“Wat mij betreft hoeft u niet meer te reageren op mijn eerdere mail. Ik werk uitsluitend met wederzijds respect.


Naar aanleiding van ons vervelende telefoongesprek van gisterenavond, heb ik vanmorgen overleg gehad met mijn compagnon.

De uitkomst van dit overleg is dat ik ervoor kies om u niet verder te begeleiden met de voorgenomen verkoop.

Ik hoop dat u hiervoor begrip heeft.”

2.10 De ex-partner van S.heeft op maandag 22 mei 2017 11.03 uur aan

A de volgende e-mail toegezonden:

“Naar aanleiding van je mail van afgelopen vrijdag stuur ik je in de bijlage het deel van het vonnis van de rechtbank waaruit blijkt dat [voornaam klager] volledig medewerking had moeten verlenen.

Ik hoop eigenlijk dat je met de wetenschap dat je het recht aan je zijde hebt en daarmee dus als makelaar vrij bent om dit huis te verkopen zoals jij dit het beste acht, wellicht nog een poging wil wagen.

Mocht het zo zijn dat voor jou al duidelijk is dat [voornaam klager] echt niet mee wil werken en een verkoop daardoor dus onmogelijk is, begrijp ik dat. Ik zou dan graag op de mail bevestigd krijgen dat hij niet meewerkt en op welke punten dat is. Ik hoop dat je begrijpt dat het niet meewerken van [voornaam klager] nu in een telefoongesprek zit en voor een rechter bestaat de waarheid enkel zwart op wit.

[...]”

2.11 Bij de in 2.10 genoemde e-mail is als bijlage één pagina van een vonnis (later bleek dit het tussen S. en zijn ex-partner gewezen vonnis van 8 maart 2017 van de Rechtbank Gelderland te zijn) gevoegd met onder meer de volgende inhoud:

“6.      De beslissing

De rechtbank

in conventie

6.1     veroordeelt S. om medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning door [naam makelaarskantoor van beklaagde] voor een door de makelaar vast te stellen vraagprijs,

6.2     veroordeelt S. om de aanwijzingen van de makelaar op te volgen met betrekking tot

de laatprijs van de woning,

de staat en inrichting van de woning, alsmede

   de activiteiten die de makelaar voor de verkoop van de woning wenselijk acht,


6.3     veroordeelt S. om te dulden dat er een verkoopbord in de tuin wordt geplaatst,

6.4     veroordeelt S. om de helft van de kosten van de makelaar te voldoen,11

2.12 A heeft aan S. op vrijdag 26 mei 2017 13.17 uur aan S. (met kopie aan diens ex-partner) een e-mail toegezonden met onder meer de volgende inhoud:

“Uw ex partner heeft mij verzoekt nog een poging te wagen. Na een lezing van het vonnis heb ik haar dit toegezegd vandaar dat ik u nu mail.

Graag maak ik een afspraak om de verkoopformulieren op basis van mij verkoopadvies verder in orde te maken. Hierna zal ik op korte termijn alsnog de fotograaf

inschakelen. Zou u woensdag 31 mei 2017 om 8.15u bij ons op kantoor kunnen komen? Ons kantooradres is [adres].

 

[...]

Ik verneem graag voor a.s. maandagmiddag of onze afspraak door kan gaan. 11

2.13 S. heeft op maandag 29 mei 2017 20:13 uur aan A het volgende gemaild:

“Uw email is In goede orde ontvangen.

Bedankt voor de bevestiging dat u afziet van de opdracht.

[ ...]”

2.14 Op maandag 29 mei 2017 20.38 uur heeft A de volgende e-mail aan S. gezonden (met kopie aan diens advocaat):

“Jammer dat u zo reageert. Zie onderstaande mailwisseling nog eens.

Afgelopen vrijdag heeft u van mij een mail gehad, waarin ik een 2e poging onderneem om u en uw ex partner alsnog te helpen met de voorgenomen verkoop. Maar als u wederom niet meewerkt, gaat het mij niet lukken uw woning succesvol te verkopen.

Graag verneem ik of u a.s. woensdagochtend om 8.15 uur bij mij op kantoor komt met de gevraagde stukken.

[...]”


2.15 Op 31 mei 2017 heeft A om 9.19 uur aan S. gemaild:

“Ik was vandaag voor niks extra vroeg op kantoor. Zonder u van te voren af te melden, bent u vanmorgen niet op onze afspraak komen opdagen.

Vandaar dat ik onze afspraak opnieuw heb ingepland voor a.s. vrijdag 2 juni 2017 om

13.30u bij ons op kantoor. [...]”

2.16 De advocaat van S., mr. Z, heeft op woensdag 31mei 2017 om

12:51uur aan A een e-mail gestuurd met onder meer de volgende inhoud:

“Van mijn cliënte, de heer S. heb ik onderstaande e­ mailconversaties doorgemaild gekregen. Ook heb ik met hem overleg gevoerd over het contact tussen u en meneer S.

Op 19 mei jl. geeft u aan dat u de verkoopopdracht niet aanneemt en dat zich terugtrekt. Vervolgens geeft u aan dat u de opdracht toch aanneemt en een afspraak wenst in te plannen. Wat is de reden dat u toch de opdracht aanneemt?

U geeft aan dat u de ex partner u heeft verzocht nog een poging te wagen. U schrijft:

?Na het lezen van het vonnis heb ik haar dit toegezegd vandaar dat ik u nu mail?.

Vindt u deze houding onpartijdig en professioneel? Vindt u dat u volgens de NV

gedragscode de woning kunt verkopen door alle belangen in acht te nemen?

Voorts stelt u voor een afspraak te maken en u ?sommeert? cliënt om op een bepaald tijdstip op uw kantoor te komen. De toonzetting vanuwe-mails zijn mijns inziens zeer klantonvriendelijk. Dient u niet eerst met cliënt te overleggen over de mogelijke data en tijdstippen voor een afspraak?

Graag wil ik geïnformeerd worden over de vraagprijs en hoe deze is vastgesteld en over uw courtage.

[...]”

2.17 A heeft hierop op 31mei 2017, 15:15 uur geantwoord:

“Bedankt voor uw mail.

Ik hou van transparantie, vandaar dat u onderstaande mailwisseling ook al van mij had gekregen. Ik hoopte dat u de heer S. zou aansporen om op een normale manier aan de verkoop van de woning aan de [adres] mee te werken. Tot op heden, loopt het nog al anders dan anders.


 

[...]

Ik ben zeker onpartijdig en professioneel. Wij kennen elkaar niet persoonlijk, anders had u deze opmerking niet gemaakt. Mijn belang bij mevrouw R. is even groot dan het belang bij de heer S. Ik heb geen probleem om mij te houden aan de gedragscode van de NVM. Dit doe ik al jaren.

Na het lezen van mijn verkoopadvies heeft de heer S. mij buitenkantoortijd onbehoorlijk telefonisch te woord gestaan. Hij belde mij boos op en wilde wel even naar mij toekomen. Dit is natuurlijk ongepast. Mijn geadviseerde vraagprijs zou te laag zijn en de courtage te hoog. Ik zou gebruik van de situatie maken.

Collega makelaars, B en C, uit D. zouden anders geadviseerd hebben. Ik heb hem uiteindelijk kunnen uitleggen dat ik de woning graag succesvol wil verkopen en dat ik naar eer en geweten mijn verkoopadvies heb gemaakt. Om de woning verkoop klaar te krijgen moet de tuin en de woning goed worden opgeruimd.

Ik sommeer niemand. Als de door mij geplande afspraak de heer S. niet past, kan hij gewoon reageren om mijn mail. Andere klanten doen dit ook.

Ik had vandaag bewust de afspraak extra vroeg gepland, zodat hij voor het openen van zijn winkel bij mij aan kon komen.

U wilt graag geïnformeerd worden over de vraagprijs en onze courtage. Hiervoor verwijs ik u naar de bijlage van deze mail. Hierin zit mijn verkoopadvies en twee lijsten met referenties.

Kunt u mij uiterlijk morgen berichten of de heer S. a.s. vrijdag om

13.30 uur bij mij op kantoor komt?

[ ...]”

2.18 Mr. Z heeft op 31 mei 2017, 20:29 uur als volgt gereageerd:

“Ik heb kennis genomen van de inhoud van uw email.

Cliënt geeft aan dat hij weinig vertrouwen heeft in de samenwerking met u. U zou gezegd hebben, toen cliënt begon over zijn kinderen, ?ik heb schijt aan jouw kinderen?.

Het onderwerp kinderen ligt erg gevoelig bij cliënt, nu hij zijn kinderen zeer lange tijd niet heeft gezien. Uw houding om cliënt steeds te sommeren om naar uw kantoor te komen in plaats van te overleggen over een datum en tijdstip, acht cliënt niet correct.

Verder wordt hij gesommeerd sleutels af te geven van zijn woning. Eerlijk gezegd vond ik dit ook erg vreemd. Bezichtigingen dienen in overleg te gaan. Cliënt heeft zijn


zakelijke administratie thuis liggen. Hij stelt het niet op prijs dat zijn woning wordt betreden zonder zijn medeweten.

Cliënt heeft daarom geen vertrouwen in een vruchtbare samenwerking. Cliënt overweegt namelijk een klacht tegen u in te dienen vanwege uw woorden naar hem toe en uw opstelling jegens hem als klant. U bent terechtgekomen in een grillig geschil waar u wellicht niet om heeft gevraagd. Des te meer had u uw professionaliteit als

NVM makelaar in acht dienen te nemen. Cliënt heeft namelijk het gevoel dat u meer trekt naar de wederpartij, omdat u in uw email aangeeft dat u na een gesprek met die wederpartij heeft besloten toch de opdracht op te pakken. Ik zal daarom het vonnis

van de rechtbank namens hem aanvechten. Ik zou daarom graag van u willen weten of

u in deze omstandigheden toch de opdracht wenst voort te zetten.

[ ...]”

2.19 A heeft op 31mei 2017 om 21:56 uur als volgt gereageerd:

“Ik weet even niet waar u en de heer S. heen wilt. Ik heb zelf een dochter van 14 maanden en ben dol op kinderen. De kinderen van de heer S. en mevrouw R. ken ik niet. De door u geschetste woorden heb ik pertinent niet in de mond genomen. Deze aantijging is uit de lucht gegrepen. Door een verheven stem van de heer S. heeft mijn vrouw grotendeels het telefoongesprek van 18 mei j.l. meegekregen. Zij zou dit desnoods kunnen bevestigen.

Nogmaals, als de heer S. de voorgestelde afspraak niet past, kan hij op mijn mails of telefoongesprekken reageren.

[...]

Tijdens deze opname afspraak is ook het onderwerp huissleutel gevallen. Het is heel normaal dat een verkopende makelaar een sleutel heeft. Ondanks dat ik meestal een sleutel heb, ga ik nooit zonder mede weten van de eigenaren naar binnen. Dit zal altijd van te voren worden overlegd.

 

[...]”

2.20 Mr. Z heeft op 1juni 2017, 13 :39 uur een e-mail gestuurd met onder meer de volgende inhoud:

“Het verhaal van de kinderen ging zo: cliënt had vanwege de zitting op 18 mei jl niet op u gereageerd, omdat hij zich focuste op die zitting. Dat heeft hij later in een gesprek tegen u gezegd. Als antwoord heeft u gezegd: ?ik heb schijt aan jouw kinderen?.

Cliënt heeft mij dit direct gezegd. Ik vind het niet professioneel dat u uw partner erbij


betrekt. Cliënt zal een klacht indienen bij de NVM gaf hij aan. [ ...]”

2.21 A heeft op 1juni 2017, 14:50 uur als volgt geantwoord:

“Dit is absoluut niet zo gedaan. Ik heb schijt aan jouw kinderen heb ik niet gezegd. Er is ook geen aanleiding voor mij als makelaar, mij te bemoeien met de kinderen van de heer S. en mevrouw R. Duidelijker hierover kan ik niet zijn.

Niet professioneel? Iemand bedreigen, die je wilt helpen en daartegen een klacht in willen dienen. Dit is de omgekeerde wereld, als je het mij vraagt. Het is professioneel dat ik geen aangifte wegens bedreiging tegen de heer S. heb gedaan. Nogmaals, ik heb begrip voor zijn hogere emoties, maar ik probeer alleen mijn werk te doen. Niet meer, niet minder.

Ik zal vandaag de juridische dienst van de NVM voorzien van onze mailwisseling. Mocht de heer S. zijn klacht daadwerkelijk kenbaar maken. Kent de NVM mijn kant van het verhaal.

Buitenwinkeltijden afspreken is voor mij geen probleem. Graag zie ik de heer S. woensdagochtend 07 juni 2017 om 08 uur bij ons op kantoor om de verkoop verder op te starten.

[...]”

2.22 S. heeft op 4 juni 2017 om 22:49 uur als volgt gereageerd:

“Ik heb uw e-mail ontvangen.

Aanstaande woensdag 7 juni schikt helaas niet. De eerstvolgende data om een afspraak in te plannen is op dinsdag 13 juni om 0.8.00 uur.

[ ...]”

2.23 A heeft op 6 juni 2017 om 20:28 uur geantwoord:

Ziet u niet eerder een mogelijkheid? Op deze manier zijn wij weer een week verder. Zoniet, is dinsdag 13 juni om 08.00 uur akkoord.

Volgens mij heb ik tijdens de woningopname de verkoopformulieren bij u achtergelaten. In de bijlagen van deze mail zitten de betreffende formulieren.[...]”

2.24 Op 8 juni 2017 om 23:30 uur heeft S. A het volgende gemaild:


“Voordat wij een deal hebben, wil ik het eerst hebben over de intrekkingskosten, deze zijn namelijk erg fors.

[...]

Ik wil u dan ook een tegenvoorstel doen van 350,= inclusief btw.

Op 18 mei hadden wij elkaar gesproken en zou er nog teruggekomen worden op de vraagprijs en de courtage, dit is helaas niet meer besproken.

Ik wil graag een vraagprijs hanteren van 339.000,=.

Wat de courtage betreft, wil ik bij verkoop van de woning binnen drie maanden een courtage van 1.25% hanteren, wordt de woning na 3 maanden verkocht dan een courtage van 1.5%, dit alles incl. de BTW.

Graag zie ik uw reactie hierop uiterlijk voor zondag 11 juni. [ ...]”

2.25 Nadat A op de hoogte was gebracht van de indiening van de klacht bij de NVM

door S. op 5 juni 2017 heeft hij op 9 juni 2017 om 16:37 uur een e-mail aan S. gezonden, waarin hij verweer voert tegen de klacht en onder meer volgende meedeelt:

“In het kort zit het volgens mij zo, u wilt liever niet verkopen en welke makelaar u ook van dienst wil zijn, krijgt problemen om de verkoop te begeleiden.

Er is wat mij betreft genoeg gezegd. Zie hiervoor ook de eerdere (totale) mailwisseling in de bijlage van deze mail tussen ons.

Maar hoe nu verder? Ik rond hierbij de 2e poging om u te helpen af en verzoek u een andere makelaar te benaderen. Ik wens niet tegen uw voorwaarden (lagere courtage, lagere intrekkingskasten en hogere vraagprijs) te werken. Verder wil ik u verzoeken de klacht tegen mij bij de NVM Consumentenvoorlichting in te trekken..

2.26 S. heeft op 11 juli 2017 aan de Afdeling Consumentenvoorlichting van de NVM een drietal offertes van andere makelaars toegezonden, waarin geadviseerd wordt voor de woning een vraagprijs te hanteren van respectievelijk 349.000,00 k.k., 365.000,00 k.k. en 389.000,– k.k.


3. De klacht en het verweer

3.1    De klacht houdt- samengevat en zakelijk weergegeven- in:

dat A zich onprofessioneel en partijdig heeft opgesteld;

dat A niet deskundig heeft gehandeld, doordat hij de vraagprijs niet goed heeft vastgesteld en de overige kosten (courtage, intrekkingskosten) te hoog heeft willen vaststellen;

dat A zich telefonisch grievend heeft uitgelaten jegens S.

3.2     Beklaagde voert- samengevat en zakelijk weergegeven het volgende verweer.

A heeft S. correct bejegend. A ontkent de door S.genoemde grievende uitlatingen te hebben gedaan. A is niet te partijdig geweest. A is door partijen aanvankelijk niet op de hoogte gesteld van het vonnis van de rechtbank Gelderland. Toen hij daar wel bekend mee werd, heeft hij in ht belang van partijen alsnog een tweede poging gedaan om de verkoop op te starten.

4. De beoordeling van de klacht

4.1                De Raad stelt voorop dat het in deze zaak niet tot de daadwerkelijke ondertekening van een bemiddelingsovereenkomst tussen A en zijn opdrachtgevers (ex­ echtelieden) is gekomen. A heeft, nadat hij zijn verkoopadvies had verstrekt en er opnieuw onenigheid met S.ontstond over het vervolgtraject, de opdracht definitief teruggegeven.

4.2     De klachten komen erop neer dat A tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld, doordat hij artikel 1 van de Erecode NVM heeft overtreden.

4.3     Volgens artikel 1 van de Erecode dient de makelaar zijn functie naar eer en geweten en betrouwbaar, deskundig en onafhankelijk van anderen uit te oefenen en te streven naar kwaliteit in zijn dienstverlening. In zijn communicatie dient hij te waken tegen onjuiste beeldvorming over personen, zaken en rechten en over zijn werkwijze, belangen en positie.

4.4     Vaststaat dat zowel S. als zijn ex-echtgenote A niet hebben ingelicht over het feit dat de rechtbank Gelderland in het vonnis van 8 maart 2017 zijn makelaarskantoor had aangewezen om de verkoop van de voormalig echtelijke woning ter hand te nemen en daarbij tevens S. had veroordeeld om

daaraan op straffe van de verbeurte van dwangsommen mee te werken. A heeft

in de eerste fase van de contacten met S. geen rekening kunnen houden met het feit dat S. zich niet kon vinden in dit vonnis en S.


zich daardoor aan A “overgeleverd” voelde. Hierdoor is er ruis op de lijn tussen partijen ontstaan, hetgeen A echter niet verweten kan worden.

4.5                De Raad is van oordeel dat de door S. overgelegde e-mailcorrespon­ dentie tussen A enerzijds en zijn beide potentiële opdrachtgevers en de advocaat van S.anderzijds geen blijk heeft gegeven van onprofessionaliteit of vooringenomenheid. Ook blijkt niet van het achterhouden van enige informatie aan S. Dat A bij S. meermalen aangedrongen heeft om op korte termijn tot een afspraak te komen, is, gelet op de belangen van beide ex-partners, begrijpelijk. De gestelde druk van A op S., die verder niet feitelijk en concreet is onderbouwd door S., is

niet aannemelijk geworden. De klacht is op dit onderdeel ongegrond.

4.6     Met betrekking tot het door A gegeven advies over de te hanteren vraagprijs merkt de Raad allereerst op dat de verkoop op dit moment nog niet gerealiseerd is en dat niet duidelijk is in hoeverre de uiteindelijke verkoopprijs afwijkt van de door A geadviseerde prijs. Overigens dient ten aanzien van de gerealiseerde verkoopprijs het tijdsverloop en de (aanzienlijke) verbetering van de huizenmarkt in aanmerking te worden genomen. Het verschil tussen de door A geadviseerde vraagprijs en de adviezen van andere makelaars is weliswaar groot, maar naar het oordeel van de Raad zijn deze aangeleverde stukken te beperkt om alleen op basis daarvan te oordelen dat A klachtwaardig zou hebben gehandeld. De klacht is op dit onderdeel ongegrond.

4.7     Zoals ook blijkt uit de website van de NVM kent de NVM-makelaar geen (advies)tarieven of richtlijnen voor het berekenen van courtage, intrekkingskosten en dergelijke. De makelaar bepaalt zelf zijn tarieven. De tarieven kunnen per makelaarskantoor verschillen. De Raad oordeelt reeds hierom dat A niet klachtwaardig heeft gehandeld. De klacht is op dit onderdeel ongegrond.

4.8     Partijen verschillen van mening over hetgeen in het telefoongesprek van 18 mei 2017 is gezegd. Dat A zich onnodig grievend jegens S. zou hebben uitgelaten, is gemotiveerd betwist door A en niet aannemelijk geworden. Ook

op dit onderdeel acht de Raad de klacht ongegrond.

5. De beslissing

De Raad:

verklaart de klacht ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.W.M. Tromp, voorzitter, mr. M.A.A. Gockel-Gieskes, lid secretrais en J. Berger, lid op 12 februari 2018