18-76 CRvT
DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Inbreng stukken na zitting. Taxatie vastgoedportefeuille. Beweerdelijk te lage waarderingen en te hoge factuur. Taxatierichtlijn Commercieel Vastgoed. Tijdsverloop tussen opdracht en uitbrengen rapport. De bank van klager geeft aan een taxatiebureau opdracht de vastgoedportefeuille van klager te taxeren. De taxatie wordt feitelijk uitgevoerd door makelaars van een makelaarskantoor dat met andere kantoren samenwerkt in genoemd taxatiebureau. Klager heeft een groot aantal bezwaren tegen de gang van zaken rond de taxatie, de behandeling van zijn klachten door de Raad van Toezicht, tegen de taxaties zelf en de betreffende factuur. Klager acht het niet juist dat de pleitnota die hij na de zitting van de raad indiende door het college terzijde is geschoven. Hij diende deze in nadat hij bemerkte dat de advocaat van beklaagden wel een dergelijke nota ter zitting voorlas. De Centrale Raad acht wat de raad van toezicht deed juist: er kunnen geen stukken meer worden ingediend nadat de zitting is gesloten. Nu klager zijn nota aan zijn beroepsschrift toevoegde, maakt het deel uit van het dossier dat in hoger beroep wordt behandeld.. Het tijdsverloop tussen de opdracht tot taxatie en de uitvoering daarvan is lang geweest maar dat valt het makelaarskantoor niet te verwijten. Het heeft allereerst lang geduurd voor klager gelegenheid gaf de panden te bezichtigen en vervolgens kostte het fourneren van tekeningen van de panden door klager veel tijd. Het makelaarskantoor heeft zoveel mogelijk de Taxatierichtlijn Commercieel Vastgoed gevolgd. Deze geeft aan dat afwijkingen van de NEN norm 2580 mogelijk zijn. Van die mogelijkheid heeft het makelaarskantoor in beperkte mate gebruik gemaakt. Klager heeft onvoldoende gesteld en aannemelijk gemaakt dat het kantoor niet in redelijkheid tot zijn waarderingen heeft kunnen komen. Dat klager door die waarderingen bij zijn bank in de problemen kwam, valt het makelaarskantoor niet te verwijten. Overigens, de bank was de feitelijke opdrachtgever en die sprak haar waardering uit over de taxaties. Klager heeft zich tevoren accoord verklaard met het bedrag dat met de taxaties gemoeid was.