18-103 RvT West

18-103 RvT West 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Onvoldoende belangenbehartiging. Onafhankelijkheid. (Schijn van) belangenverstrengeling. Klager heeft zijn woning via beklaagde verkocht. Nog voordat de levering van klagers woning plaatsvond, zijn er contacten geweest tussen de kopers en beklaagde die verband hielden met de verkoop van de oude woning van de kopers. Klager verwijt beklaagde dat zij de schijn heeft gewekt dat zij gedurende het verkoopproces “twee heren heeft gediend” door zowel de belangen van klager als de belangen van de kopers te behartigen. De Raad stelt vast dat beklaagde nog voordat de levering van klagers woning had plaatsgevonden, in commercieel contact is getreden met de kopers. In het kader van een juiste behartiging van de belangen van klager, had het op de weg van beklaagde gelegen om de toenadering door de kopers en hun verzoek richting beklaagde om op te treden als verkopend makelaar voor hun oude woning, met klager te delen. Door dit na te laten en reeds voor de datum van levering in commercieel contact te treden met de kopers, is voor klager de schijn van belangenverstrengeling ontstaan. Door haar contacten met de kopers voort te zetten alvorens de levering van de woning van klager was afgerond en dit niet aan klager kenbaar te maken heeft beklaagde tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Beklaagde had, om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, toestemming aan klager moeten vragen. De klacht is gegrond.

18-103 RvT West