18-10 RvT Oost

18-10 RvT Oost 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Onvoldoende belangenbehartiging. Belangenverstrengeling. Onenigheid tussen erfgenamen over verkoop. Klager is één van de erfgenamen van de woning van zijn moeder. Beklaagde is via de rechtbank gevraagd de verkoop van de woning ter hand te nemen. Volgens het vonnis van de rechtbank dienen alle erfgenamen medewerking aan de verkoop via beklaagde te verlenen. Klager heeft zelf op de woning geboden maar werd overboden door een derde. Met uitzondering van klager zijn alle erfgenamen met de verkoop aan deze derde akkoord gegaan. Uiteindelijk is klager via de rechter gedwongen om ook medewerking te verlenen. Klager verwijt beklaagde o.a. dat hij de situatie tussen de erven heeft laten escaleren, de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt en dat hij onvoldoende met de belangen van klager rekening heeft gehouden. De Raad stelt vast dat het gaat om een complexe situatie. Dat de verkoopprocedure door beklaagde onnodig is vertraagd dan wel dat door toedoen van beklaagde de situatie tussen de erfgenamen is geëscaleerd, is niet gebleken. Nu evenmin is komen vast te staan dat beklaagde op enige andere wijze tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeldwordt de klacht ongegrond verklaard.

18-10 RvT Oost