18-128 RvT West

18-128 RvT West 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Ontvankelijkheid. Klacht te laat ingediend. Geschil over hoogte/verschuldigd zijn van courtage. Gezamenlijke opdracht. Voortzetten van de uitvoering van de opdracht na verzoek om terugtrekking door één van de opdrachtgevers. Klager en zijn (ex-)partner hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening bij de verkoop van hun woonboerderij verstrekt. De boerderij is uiteindelijk voor een bedrag onder de vraagprijs via beklaagde verkocht. Klager verwijt beklaagde dat hij zijn opdracht heeft voortgezet ook nadat klager hem had gevraagd om zich terug te trekken. Daarnaast stelt klager dat hij door beklaagde onder druk is gezet om akkoord te gaan met de verkoop, dat beklaagde zich onvoldoende voor een goede verkoop heeft ingespannen en dat beklaagde geen recht heeft op de (volledige) courtage.    De Raad verwerpt het beroep van beklaagde op niet-ontvankelijkheid. Gelet op de in dit geschil relevante termijnen en omstandigheden heeft klager zijn rechten niet verwerkt omdat hij niet binnen bekwame tijd zou hebben geklaagd. De Raad ziet niet in waarom een termijn van enkele maanden tussen het moment van tekenen van de koopovereenkomst en het moment van indiening van zijn klacht bij de Stichting Tuchtrechtspraak NVM in het onderhavige geval zou gelden als een overschrijding van de termijn van ''binnen bekwame tijd'' in de zin van artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek. De Raad oordeelt niet over geschillen betreffende al dan niet verschuldigde courtage. Dat er sprake was van een onvoorwaardelijke (gezamenlijke) intrekking van de opdracht is niet komen vast te staan en beklaagde heeft op goede gronden zijn dienstverlening voortgezet. Omdat ook overigens niet is gebleken dat beklaagde op tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld of door zijn handelen schade aan klager heeft toegebracht, wordt de klacht ongegrond verklaard.

18-128 RvT West