20-35 RvT Amsterdam

Beweerdelijk te lage waardering. Woning bestaande uit meerdere appartementsrechten en in feite twee woningen. Vragen ten onrechte niet beantwoord? Klaagster is het niet eens met de waardering in juli 2019 van de voormalige echtelijke woning door beklaagde. Deze waardering vond plaats op grond van een rechtelijk vonnis. Beklaagde komt op € 1.345.000 terwijl een andere makelaar in 2017 al op een bedrag kwam van € 1.400.000 en in 2019 op € 1.465.000. Bovendien ligt de taxatie van beklaagde op een lager bedrag dan de WOZ-waarde. Die WOZ-waarde geeft een m²-prijs die een stuk hoger ligt dan die uit de taxatie van beklaagde voortvloeit. Extrapolerend vanuit de m²- prijs van de WOZ-waarde naar het woonoppervlak ontstaat een verschil van ruim € 3,5 ton. Verder beklaagt klaagster zich er over dat de makelaar geen antwoorden op haar vragen gaf. De makelaar stelt dat klaagster van een onjuist woonoppervlak uitgaat. In het meetrapport dat zij te berde brengt is ten onrechte het trappenhuis meegerekend waardoor het werkelijke woonoppervlak een stuk kleiner is. Verder stelt de makelaar dat het pand uit vier appartementsrechten bestaat en bij de gemeente als twee woningen staat geregistreerd. Volgens de NWWI-instructie had hij twee taxatierapporten moeten opstellen, maar in overleg met klaagster en haar ex-partner is besloten tot één rapport zonder NWWI-validatie. Als de formeel twee woningen worden samengevoegd, moeten er kosten aan de gemeente worden betaald. Wordt het pand als twee woningen verkocht, dan moeten per eenheid aanzienlijke kosten worden gemaakt aan eigen voorzieningen. Met al deze factoren heeft de makelaar rekening gehouden. De raad van toezicht is van oordeel dat beklaagde zijn taxatie goed heeft kunnen onderbouwen en in redelijkheid tot zijn waardering heeft kunnen komen. Dit klachtonderdeel is ongegrond. De klacht over het niet beantwoorden van vragen is eveneens ongegrond. Partijen hadden ook ten tijde van de taxatie beide een advocaat. Onder die omstandigheden is het niet onbegrijpelijk dat de makelaar niet inging op vragen van klaagster. Overigens heeft hij dat in het kader van de tuchtprocedure alsnog gedaan.

20-35 RvT Amsterdam