Uitspraken

  • 22027

    22027 RvT West   Klacht van niet-opdrachtgever. Informatie aan niet opdrachtgever. Klagers kopen een woning waarbij beklaagde de verkopend makelaar was. In de verkoopdocumentatie wordt gesproken over een grote kelder. Bij de bezichtiging wordt deze kelder ook getoond. Bij levering blijkt echter dat de kelder geen privé-eigendom is maar gedeeld eigendom binnen de VvE. Klagers treffen op dat moment een regeling met de verkopers en beklaagde. Desondanks wordt een klacht ingediend. Klagers vinden dat beklaagde hen onjuist heeft geïnformeerd. De Raad verklaart deze klacht gegrond.

    Lees meer
  • 22025

    22025 RvT Noord   Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat – zwamvorming. Ongepast optreden makelaar. Klager verwijt de Makelaar allereerst dat hij informatie over de staat van de vloer waarvan hij kennis had heeft verzwegen. Als klager deze informatie wel had gehad, was er geen bod uitgebracht op de woning. De Makelaar stelt dat hij tijdens de bezichtiging heeft aangegeven wat hij wist en dat de staat van de vloer juist wél onderwerp is geweest. Nu de Raad op basis van de in deze klachtprocedure ingebrachte stukken en hetgeen ter zitting aan de orde is geweest niet kan vaststellen welke stellingen juist zijn, kan de Raad geen oordeel geven over de vraag of de Makelaar informatie heeft verzwegen. Het gevolg hiervan is dat niet kan worden vastgesteld dat de Makelaar tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.   Het tweede verwijt dat de Makelaar wordt gemaakt is dat hij niet correct heeft gereageerd op het verzoek om de afspraak voor de oplevering te vervroegen en dat de Makelaar ruim een half uur te laat was op die afspraak. De Raad acht dit handelen van de Makelaar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en is van oordeel dat met de excuses van de Makelaar voor het te laat komen bij de oplevering dit punt is afgedaan.   NVM Noord 107                     

    Lees meer
  • 22045

    22045 RvT Noord   DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.   Geen uitstel van transport. Kenbaarheid van illegale woningsplitsing?   Klager koopt een boven- en benedenwoning die bij beklaagde in de verkoop is. Hij vraagt om overleg met de gemeente die hem daarop antwoordt dat er een handhavingszaak lopende is met betrekking tot illegale splitsing van het pand. Hierop verzoekt klager om uitstel van het transport hetgeen door verkoopster geweigerd wordt omdat het standpunt van de gemeente nog niet definitief is. Verkoopster verklaart niets van een handhavingszaak te weten en dat de gemeente in 2015 zonder problemen een tweede huisnummer heeft toegekend aan de bovenwoning. Bovendien was in 2000 toen zij het pand kocht, al sprake van een boven- en een benedenwoning. Uiteindelijk bewilligt verkoopster in ontbinding van de koop. De raad van toezicht acht het niet verwijtbaar aan de makelaar dat het transport niet werd uitgesteld. De beslissing daarover komt de verkoopster toe. Het college overweegt verder dat er voor de makelaar geen aanleiding bestond om te twijfelen aan de legaliteit van de splitsing.

    Lees meer
  • 22023

    22023 RvT Amsterdam   RAAD VAN TOEZICHT AMSTERDAM VAN DE NEDERLANDSE COÖPERATIEVE VERENIGING VAN MAKELAARS EN TAXATEURS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM U.A.   Gerede aanleiding voor twijfel over bodemgesteldheid. Voldoende overleg tussen makelaar en klagers.   Klagers schakelen voor de aankoop van een woning een aankoopmakelaar (beklaagde) in. Zij hebben belangstelling voor een verbouwde voormalige brandweerkazerne. In het kadaster staat bij de woning een aantekening Bodembescherming genoemd. Beklaagde wint hierover informatie in bij de verkoopmakelaar die laat weten dat het een bodemonderzoek uit 2000 betreft waarbij verhoogde waardes lood zijn aangetroffen maar dat geen urgente noodzaak tot sanering aanwezig was. Bij de verbouwing destijds van de kazerne heeft de gemeente een saneringsplan gemaakt. De verkoopmakelaar gaat ervan uit dat sanering heeft plaatsgevonden. Vervolgens ondertekenen klagers de koopakte. Kort daarop laat de door klagers ingeschakelde taxateur weten van de Omgevingsdienst te hebben vernomen dat in 2000 sprake was van ernstige bodemverontreiniging en dat bij verbouwingen daarvan melding moet worden gedaan en een saneringsplan moet worden overgelegd. Nader onderzoek door de verkoopmakelaar leert dat de tuin een stuk is afgegraven en is bedekt met een laag schone grond. Een bewijs dat de grond is gesaneerd komt niet boven water. Als klagers overwegen af te zien van eigendomsoverdracht dreigt de verkoper met een civiele procedure waarop klagers alsnog meewerken aan het transport. Het verwijt van klagers dat hun makelaar niet voldoende adequaat reageerde op de twijfels over de bodemgesteldheid is terecht. De vaagheid van de informatie had haar tot nader onderzoeken moeten nopen. Niet terecht is de klacht dat hun makelaar niet thuis gaf toen de problemen ontstonden.     RvT 11/22

    Lees meer
  • 22014

    22014 RvT Amsterdam   RAAD VAN TOEZICHT AMSTERDAM VAN DE NEDERLANDSE COÖPERATIEVE VERENIGING VAN MAKELAARS EN TAXATEURS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM U.A.   Deskundigenbericht in opdracht van de rechtbank. Geen aanpassingen daarin buiten de rechtbank om.   Klaagster is door een derde van wie zij een lening kreeg voor de aanpassing van haar woning, voor de rechter gedaagd in verband met de terugbetaling. In dat kader krijgt beklaagde van  de rechtbank de opdracht om de waarde van de woning op een zekere peildatum vast te stellen en om verder te bepalen of de gedane investeringen tot een waardeverhoging hebben geleid. Als beklaagde geheel volgens de geldende voorschriften bij zo’n deskundigenbericht zijn concept-taxatierapport aan partijen doet toekomen, reageert klaagster met een groot aantal vragen. De makelaar laat daarop weten dat beantwoording van die vragen niet valt binnen het kader van het hem met instemming van partijen verstrekte budget. De rechtbank verzoekt hem te volstaan met toezending van het concept-rapport hetgeen hij doet. Nadat in de procedure klaagster een groot aantal aanmerkingen op het rapport heeft geformuleerd, zoals haars inziens onjuiste maatvoeringen en te luxueuze omschrijvingen, verzoekt de rechtbank beklaagde om alsnog enige aanvulling te geven. Daarop corrigeert de makelaar enige feitelijke gegevens hetgeen volgens hem geen invloed heeft op de getaxeerde waarde, die kennelijk in de ogen van klaagster te hoog is. De raad van toezicht constateert dat de makelaar geheel conform de voorschriften en instructies van de rechtbank heeft gehandeld. Toen hij de nadere vragen van de rechtbank had beantwoord was zijn taak volbracht. Het stond de makelaar niet vrij om buiten de rechtbank en de geldende regels om zijn rapport aan ta passen.   RvT 6/22

    Lees meer
  • 21055

    21055 RvT West Meetinstructie. Informatie aan niet opdrachtgever. Vermelding onjuiste woonoppervlakte. Klager koopt samen met zijn vrouw een appartement als belegging. Het kantoor van beklaagde is bij de verkoop betrokken als verkopend makelaar. Namens klager is ook een tussenpersoon betrokken bij de transactie. Na aankoop blijkt dat er in de verkoopdocumentatie een onjuist woonoppervlakte is vermeld. In de kern gaat daar de klacht van klager over. Daarnaast klaagt klager over het feit dat beklaagde zowel hem als de verkoper zou hebben gediend. De Raad oordeelt dat het woonoppervlakte niet conform de meetinstructie is vastgesteld en dat dit beklaagde te verwijten valt. Deze klacht wordt gegrond verklaard. De klacht over het dienen van twee heren wordt ongegrond verklaard. Hoewel de Raad opmerkt dat het mogelijk is dat vanwege de betrokkenheid van verschillende vennootschappen onduidelijkheid is ontstaan voor klager over wie welke partij vertegenwoordigt, toch duidelijk is dat beklaagde alleen voor zijn eigen opdrachtgever heeft gewerkt. Deze klacht wordt ongegrond verklaard.

    Lees meer
  • 22046

    22046 RvT West Lidmaatschapszaak. Eigen belang/handel. Regel 6 van de Erecode Beklaagde was als makelaar ingeschakeld om een tweetal panden te verkopen. In het kader van die opdracht heeft hij de panden getaxeerd. Ook is beklaagde op zoek gegaan naar een koper. Deze koper wilde uiteindelijk echter maar één van de twee panden kopen. Op enig moment heeft beklaagde toen besloten het andere pand zelf te kopen. In deze lidmaatschapszaak wordt beklaagde door de Commissie Lidmaatschapszaken ervan beschuldigd in strijd te hebben gehandeld met regel 1 en regel 6 van de Erecode. De Raad oordeelt dat de klacht ongegrond is. Volgens de Raad heeft beklaagde voldoende aangetoond dat er geen sprake was van (schijn van) belangenverstrengeling.

    Lees meer
  • 22042

    22042 RvT West Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Klaagster had een woning gehuurd. Beklaagde verzorgde als makelaar werkzaamheden voor de verhuurder van deze woning. Onderdeel daarvan was het onder zich houden van de waarborgsom en het doen van de oplevering aan het begin van de huurovereenkomst en aan het einde van de huurovereenkomst. Bij het einde van de huurovereenkomst ontstaat discussie over de staat van de woning. Beklaagde doet de eindinspectie en noteert een flink aantal gebreken. De verhuurder laat dit uiteindelijk verhelpen en verrekent dit met de waarborgsom. Klaagster klaagt in deze tuchtprocedure over de rol van beklaagde. De Raad verklaart echter alle klachtonderdelen ongegrond.

    Lees meer
  • 22015

    22015 RvT Oost   Klacht van niet-opdrachtgever. Taxatie in het kader van echtscheiding. Klacht bij Tuchtcollege NRVT. Beklaagde wordt door de ex-partner van klager ingeschakeld een woning te taxeren in verband met de verdeling bij een echtscheiding. Uit deze taxatie komt een lagere waarde naar voren dan uit een eerder uitgevoerde taxatie. Klager is van oordeel dat beklaagde - onder andere - niet onpartijdig is geweest. Voor hetzelfde geval heeft klager echter reeds een klacht ingediend bij het Tuchtcollege NRVT. Daar is zijn klacht afgewezen. De Raad oordeelt dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die het mogelijk maken de zaak opnieuw te beoordelen. De Raad oordeelt om die reden dat de klacht ongegrond is en verwijst daarbij naar de overwegingen in de uitspraak van het Tuchtcollege NRVT. Beslissing van 11 oktober 2022

    Lees meer
  • 22011

    22011 RvT Oost Klacht van niet-opdrachtgever. Bestemmingsplan. Onjuiste c.q. onvolledige informatie. Beklaagde treedt op als verkopend makelaar van een bedrijfsgebouw op een bedrijventerrein. Klager heeft dit bedrijfsgebouw uiteindelijk gekocht. Nadat de zittende huurder was vertrokken heeft klager in het pand geïnvesteerd. Vervolgens werd hem door de gemeente meegedeeld dat het pand niet als zelfstandige kantoorlocatie mag worden gebruikt. Dit vanwege strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Klager verwijt beklaagde dat deze hem onjuist geïnformeerd heeft over het gebruik van het pand als zelfstandige kantoorruimte. De Raad is van oordeel dat beklaagde inderdaad klager onvoldoende heeft geïnformeerd. De klacht wordt gegrond verklaard. Beslissing van 11 oktober 2022 

    Lees meer