Uitspraken

  • 13-78 RvT Rotterdam

    Boedeltaxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Bevoegdheid.  In het kader van de afhandeling van een nalatenschap heeft beklaagde op verzoek van de executeur een woning met bedrijfsgebouw en (agrarische) gronden getaxeerd. De executeur was een oud-medewerkster van beklaagde en was de dochter van één van de erfgenamen. Deze erfgename (klaagster) verwijt beklaagde dat hij in eerste instantie mondeling een veel hogere waarde-indicatie heeft opgegeven dan de waarde die uiteindelijk werd vastgesteld. Voorts zou beklaagde als senior NVM makelaar niet gerechtigd zijn geweest om als NVM taxateur op te treden en had hij de erven daarover moeten informeren. De Raad overweegt dat niet is komen vast te staan dat beklaagde de door klaagster gestelde mondelinge waarde-indicatie heeft afgegeven. Beklaagde heeft onbetwist gesteld dat zijn opdrachtgeefster op de hoogte was van het feit dat hij op het moment van afgeven van de uiteindelijke waardeverklaring, senior NVM makelaar was. Beklaagde heeft zijn activiteiten uitgevoerd onder de vlag van X Makelaardij. In zoverre moet worden aangenomen dat het afgeven van de waardebepaling een activiteit als NVM makelaar is geweest. Daartoe was beklaagde niet bevoegd en in zoverre is de klacht gegrond.   Download uitspraak (pdf)    

    Lees meer
  • 13-79 RvT Rotterdam

    Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid. Klaagster en haar ex-echtgenoot hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van hun woning verstrekt. Klaagster verwijt beklaagde dat hij haar belangen onvoldoende heeft behartigd. Beklaagde zou zich niet onpartijdig hebben opgesteld en zou onvoldoende met klaagster hebben gecommuniceerd. De Raad overweegt dat beklaagde zich onvoldoende neutraal heeft opgesteld althans de schijn van partijdigheid heeft gewekt. Voorts is komen vast te staan dat beklaagde niet zorgvuldig met klaagster heeft gecommuniceerd. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 13-91 RvT Groningen

    Klacht ter zitting ingetrokken. Klagers besluiten ter zitting hun klacht in te trekken. De Raad van Toezicht stelt deze vervolgens buiten behandeling. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 13-74 RvT Breda

    Collegialiteit. Uitlatingen over collega.Tussen twee makelaars, klager en beklaagde, bestaan reeds enige tijd conflicten welke tot verschillende gerechtelijke procedures hebben geleid. In de onderhavige procedure wordt beklaagde door klager verweten dat hij (beklaagde) in diverse persberichten en in e-mail onwaarheden over klager verteld heeft en daardoor aan klager schade heeft toegebracht. De Raad overweegt ondermeer dat klager, door mee te werken aan de publicaties in de kranten, er zelf aan heeft bijgedragen dat het geschil tussen partijen in de openbaarheid is gebracht, hetgeen niet alleen klager en beklaagde maar ook de NVM negatieve publiciteit heeft bezorgd. Hoewel verschillend kan worden gedacht over de woordkeuze en toonzetting, heeft de e-mail van beklaagde de kennelijke strekking om zich tegen een in zijn ogen onjuiste meningsvorming te verweren. Uit niets blijkt dat deze e-mail ook de strekking had om de reputatie van klager schade toe te brengen. Download uitspraak (pdf) Uitspraak Centrale Raad van Toezicht, 14-2528 CRvT

    Lees meer
  • 13-75 RvT Breda

    Belangenbehartiging opdrachtgever. Sleutelafgifte.De verkoopster van een woning (klaagster) verwijt haar makelaar dat hij heeft nagelaten haar op de hoogte te stellen van het feit dat de kopers zonder haar toestemming vóór de overdracht in de woning werkzaamheden hadden verricht en materialen hadden achtergelaten. De Raad overweegt dat de makelaar er onvoldoende op heeft toegezien dat de kopers correct zouden handelen nadat zij de sleutel van de woning hadden gekregen voor bezichtiging en inmeting. De makelaar heeft bovendien nagelaten de kopers er voldoende duidelijk op te wijzen dat het niet was toegestaan om vóór de overdracht zaken als steigermateriaal en gereedschap in de woning te plaatsen en/of werkzaamheden in de woning uit te voeren anders dan nodig voor de bedoelde bezichtiging en inmeting. Voorts is de makelaar tekortgeschoten in de communicatie met zijn opdrachtgeefster (klaagster), onder meer doordat hij haar onkundig heeft gelaten van het herhaaldelijk (en langdurig) afgeven van de sleutel. De makelaar heeft daarmee bovendien het risico genomen dat door de kopers schade aan de woning zou worden toegebracht op een moment waarop de kopers nog geen eigenaar waren. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 13-73 RvT Eindhoven/Maastricht

    Informatie aan niet-opdrachtgever. Bodemverontreiniging. Zorgplicht tegenover niet-opdrachtgever. Klaagster heeft een woning gekocht. Na de totstandkoming van de koopovereenkomst maar nog voordat de levering had plaatsgevonden, werd duidelijk dat zich op het terrein een ondergrondse opslagtank bevond en dat er sprake was van bodemverontreiniging (asbest). Klaagster verwijt de makelaar van de verkoper (beklaagde) dat hij tegenover haar is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Daartoe stelt zij dat beklaagde er niet voor heeft gezorgd dat de verkopers de vragenlijst correct hebben ingevuld, dat de makelaar hen heeft verzekerd dat het bedrijf dat bodemonderzoek heeft uitgevoerd goed was en dat de makelaar de verkopers er niet op heeft gewezen dat zij niet zelf de met asbest vervuilde grond mochten afgraven en afvoeren. De Raad overweegt dat de makelaar in de eerste plaats de belangen van zijn opdrachtgever, de verkoper, diende te behartigen. Hij had tegenover klaagster geen zorgplicht in de mate die door klaagster is gesteld. De complicaties in deze zaak zijn terug te voeren tot de betreurenswaardige omstandigheid dat de verkopers pas in de periode tussen het sluiten van de koopovereenkomst en de levering van de woning, open kaart hebben gespeeld over hetgeen zich in de grond bevond. Dat de makelaar tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld is niet gebleken. Download uitspraak (pdf) Uitspraak CRvT, 14-2529 CRvT

    Lees meer
  • 13-77 RvT Eindhoven/Maastricht

    Informatie aan niet-opdrachtgever. Ongepast optreden.Klagers verwijten een makelaar (beklaagde) dat hij in zijn e-mails een uitermate vervelende toon heeft aangeslagen waardoor klagers zich bedreigd hebben gevoeld. Bovendien zou beklaagde ook valse beschuldigingen aan het adres van klagers hebben geuit. De Raad acht het niet onbegrijpelijk dat klagers de correspondentie van beklaagde als bedreigend hebben ervaren. De wijze waarop beklaagde met klagers heeft gecommuniceerd is onbehoorlijk en de klacht is gegrond. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 13-90 RvT Eindhoven/Maastricht

    Taxatie. Vergelijkingsobjecten.Het NWWI (klager) verwijt een makelaar (beklaagde) dat zij bij haar taxaties op niet passende wijze referentiepanden kiest. De Raad overweegt dat de ter zitting genoemde concrete voorbeelden aannemelijk maken dat beklaagde in die gevallen inderdaad meer heeft gekeken naar een bijpassende waarde, dan dat zij heeft gezocht naar een goed vergelijkingsobject. Klager heeft in ieder geval in de ter zitting besproken gevallen terecht getwijfeld aan de juistheid en zorgvuldigheid van de door beklaagde ter validering aangeboden taxaties. Beklaagde heeft het vertrouwen dat de samenleving in de makelaar moet kunnen stellen, niet waargemaakt. Een NVM-makelaar die als taxateur optreedt dient zelf verantwoordelijk te zijn voor de waardebepaling en ervoor te waken dat hij zich met zijn handelwijze niet te zeer afhankelijk maakt van zijn opdrachtgevers. Niet bepalend behoort te zijn of de opdrachtgever tevreden is met de uitkomst van de taxatie, maar of de taxatie tot een reële waardering van het object leidt. Beklaagde heeft er geen blijk van gegeven dat zij in voldoende mate tot dit inzicht gekomen is. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 13-70 RvT Arnhem

    Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. De koper van een woning verwijt zijn makelaar dat hij zijn belangen onvoldoende heeft behartigd waardoor de woning uiteindelijk voor een te lage prijs is verkocht. De Raad overweegt dat niet is komen vast te staan dat de koopprijs onder de marktwaarde lag. Beklaagde is als makelaar verplicht om aan klager een nieuw lager bod dan de al overeengekomen koopprijs door te geven, indien de situatie dreigt te ontstaan dat de koper voor de overeengekomen koopprijs geen financiering verkrijgt. Onder omstandigheden kan een wel te financieren lagere koopprijs meer in het belang van zijn opdrachtgever zijn dan een transactie die niet doorgaat wegens onvoldoende financieringsmogelijkheid. Hoewel de communicatie met klager beter had gekund en beklaagde er goed aan had gedaan om transparant te zijn over zijn relatie tot de koper, is beklaagde niet zodanig tekortgeschoten dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 13-69 RvT Arnhem

    Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Bodemverontreiniging.Klager heeft via zijn makelaar, beklaagde, een bedrijfsruimte met bovenwoning verkocht. Nog voor de overdracht bleek dat er sprake was van bodemverontreiniging. De koper wenste de woning vervolgens niet meer af te nemen en weigerde de waarborgsom te voldoen. Klager verwijt beklaagde dat hij niet heeft onderkend dat er m.b.t. de onderhavige locatie bij het bodemloket van de provincie bodemverontreiniging geregistreerd stond. Voorts wordt beklaagde verweten dat hij nadat de problemen over de verontreiniging waren ontstaan, te weinig heeft gedaan om de koopovereenkomst alsnog succesvol af te wikkelen. Beklaagde ontkent dat de bodemverontreiniging ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bij het bodemloket bekend was en stelt verder dat klager hem veel te laat op zijn handelwijze heeft aangesproken. Ondanks het tijdsverloop acht de Raad klager in zijn klacht ontvankelijk. Klager heeft onverwijld na kennisneming van het verweer van de koper dat beklaagde al voor de koopovereenkomst bekend had kunnen zijn met de publicatie over ernstige bodemverontreiniging in het Bodemloket, bij beklaagde navraag gedaan en hem aansprakelijk gesteld. Klager heeft niet onnodig tijd laten verlopen. De Raad verklaart de klachten van klager vervolgens ongegrond. Bij inzage in het bodemloket heeft beklaagde slechts kennis kunnen nemen van een rapportage uit 2000 op grond waarvan de bodemverontreiniging als niet-ernstig werd gekwalificeerd. Er bestond voor beklaagde, in aanmerking genomen de informatie uit 2000 en de verklaring van klager in het opdrachtformulier dat hij niet met de bodemverontreiniging bekend was, geen aanleiding om naast raadpleging van het Bodemloket ook navraag te doen bij de gemeente V. Voorts heeft beklaagde zich, nadat de problemen waren ontstaan, voor klager ingespannen door ondermeer een aanvullende overeenkomst op te stellen en offertes voor nader bodemonderzoek aan te vragen. Onder de onderhavige omstandigheden mocht van beklaagde niet worden verwacht dat hij op eigen initiatief – van een verzoek van klager daartoe is niet gebleken – de koper zou trachten te bewegen de waarborgsom te betalen. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer