Uitspraken

  • 14-56 RvT Amsterdam

    Informatie aan niet-opdrachtgever. Woonoppervlakte. NEN 2580-norm.  Klager was geïnteresseerd in een appartement dat beklaagden in verkoop hadden. Klager verwijt beklaagden dat zij onduidelijke en misleidende informatie over de woonoppervlakte van de woning hebben verschaft. De woning was volgens klager kleiner dan door beklaagden werd aangegeven en beklaagden zouden ten onrechte een bergruimte op zolder als woonruimte hebben meegeteld. Klager heeft uiteindelijk van de aankoop van de woning afgezien. De Raad overweegt dat leden van de Vereniging bij de meting van de oppervlakte van een woning de NEN 2580-norm dienen te volgen. Het standpunt van beklaagden dat dit uitzondering lijdt indien “uitdrukkelijk door de NVM-makelaar anders is vermeld”, is onjuist. De door klager genoemde ruimte op zolder is inmiddels door de nieuwe eigenaar verbouwd. Voor de Raad valt niet meer vast te stellen of deze ruimte indertijd door beklaagden als woonruimte bestempeld mocht worden. Wel is aannemelijk geworden dat ook bij beklaagden twijfel is ontstaan of die ruimte nu wel of niet als woonruimte mocht worden aangemerkt. De Raad komt tot de conclusie dat beklaagden in hun communicatie naar klager niet duidelijk zijn geweest over de wijze waarop zij de woning hebben opgemeten en welke ruimte zij daar nu wel en niet bij betrokken hebben. De klacht is dan ook gegrond. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 14-55 RvT Amsterdam

    Taxatie. Onjuiste vermelding oppervlaktemaat. Klager heeft in 2008 een appartement gekocht. Beklaagde heeft de woning toen, in verband met de financiering van klager, getaxeerd. Bij zijn taxatie is beklaagde uitgegaan van een woonoppervlakte van 145 m2. Toen klager in 2012 overwoog om de woning te verkopen heeft hij de woning opnieuw laten inmeten. De woonoppervlakte bleek toen slechts 124 m2 te zijn. Klager verwijt beklaagde dat hij in 2008 bij zijn taxatie van een onjuiste woonoppervlakte is uitgegaan. De Raad overweegt dat in 2008 nog geen sprake was van een door alle aangesloten NVM makelaars verplicht toe te passen meetmethode. In dit geval kan niet worden vastgesteld dat de door beklaagde in zijn taxatie gehanteerde oppervlakte een dusdanig vertekend beeld geeft dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Bij dit oordeel houdt de Raad rekening met het feit dat beklaagde in zijn taxatierapport bij de oppervlakte heeft vermeld dat dit een “indicatie” betrof. Download uitspraak (pdf) Uitspraak Centrale Raad van Toezicht, 15-2559 CRvT 

    Lees meer
  • 14-57 RvT Amsterdam

    Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Taxatie buiten aanwezigheid van de belanghebbende partij. Klaagster heeft in verband met de verdeling van een gemeenschap van goederen verschillende gerechtelijke procedures gevoerd. In het kader van die procedures is beklaagde door de rechtbank gevraagd om een tot de gemeenschap behorend woon/bedrijfspand te taxeren. Klaagster had bezwaren tegen de door beklaagde uitgebrachte taxatie en heeft het pand zelf door een andere taxateur laten waarderen. Beklaagde heeft vervolgens zijn taxatie gedeeltelijk aangepast. Klaagster verwijt beklaagde dat hij de procedure heeft vertraagd doordat hij niet direct alle vragen van de rechtbank beantwoord heeft. Voorts wordt beklaagde nog verweten dat hij klaagster niet in de gelegenheid heeft gesteld om bij het onderzoek van de benedenverdieping van het pand aanwezig te zijn. De Raad stelt vast dat beklaagde in eerste instantie van een onjuiste oppervlakte van de bovenwoning is uitgegaan en dat beklaagde zijn taxatie op dit punt heeft aangepast. Een fout van een makelaar leidt niet per definitie tot tuchtrechtelijke verwijtbaarheid. Daarnaast zal in de regel verwijtbaarheid minder snel worden aangenomen indien de fout door de makelaar is hersteld. In dit geval was van tuchtrechtelijk laakbaar handelen geen sprake. Het is beklaagde evenmin te verwijten dat hij zijn onderzoek m.b.t. de benedenverdieping buiten aanwezigheid van klaagster heeft afgerond. De gang van zaken was in dit geval ongelukkig maar daarin kan geen beletsel worden gevonden om het (uiteindelijke) taxatierapport van beklaagde in zijn geheel te aanvaarden.   Download uitspraak (pdf) 

    Lees meer
  • 15-45 RvT Amsterdam

    Belangen niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager heeft in 2009 via beklaagde zijn woning te koop aangeboden. Nadat klager besloten had om de grond onder de woning in erfpacht uit te geven, heeft hij de verkoopopdracht aan beklaagde ingetrokken. Enkele jaren later heeft klager zijn woning via een andere makelaar opnieuw te koop aangeboden. Klager verwijt beklaagde dat hij potentiële kopers i.v.m. de erfpacht heeft afgeraden om klagers woning aan te kopen. Beklaagde was op dat moment de verkopend makelaar van deze potentiële gegadigden en zou uit rancune hebben gehandeld omdat klager voor de verkoop van zijn woning niet opnieuw beklaagde gevraagd had. Naar de Raad begrijpt, heeft beklaagde zijn opdrachtgevers gewezen op het feit dat de verwerving van de woning van klager ook de kosten van de canon met zich meebrengt. Beklaagde heeft zijn opdrachtgevers voorgerekend wat de totale kosten voor hen zouden zijn. Op grond hiervan heeft hij zijn opdrachtgevers afgeraden om de woning aan te kopen. De Raad acht dit advies niet onbegrijpelijk en evenmin onredelijk. Dat beklaagde tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld is niet gebleken.   Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 14-31 RvT Amsterdam

    Informatie aan niet-opdrachtgever. Onheuse bejegening.Klaagster was geïnteresseerd in een huurwoning en heeft tegenover de makelaar van de verhuurder (beklaagde) een huuraanbod gedaan. Het aanbod werd afgewezen en beklaagde deelde klaagster daarbij mede dat de verhuurder overwoog om de woning zelf te betrekken. Enige tijd later ontdekte klaagster dat de woning nog steeds via Funda werd aangeboden en dat er ook nog bezichtigingen plaatsvonden. Klaagster heeft beklaagde daar op aangesproken en dat gesprek is onaangenaam verlopen. Klaagster betwijfelt of beklaagde haar voorstel wel aan zijn opdrachtgever doorgegeven heeft. Zij verwijt beklaagde dat hij heeft geweigerd om het telefoonnummer van zijn opdrachtgever aan klaagster door te geven en dat hij ook geen correspondentie met zijn opdrachtgever heeft willen overleggen waaruit e.e.a. zou kunnen blijken. Daarnaast wordt beklaagde verweten dat hij niet heeft willen meewerken aan een oplossing en heeft aangegeven de klachtprocedure te willen afwachten. Tenslotte stelt klaagster nog dat beklaagde haar tijdens bovengenoemd gesprek op ongepaste wijze heeft bejegend.Voor de Raad is komen vast te staan dat beklaagde het huurvoorstel van klaagster onverwijld aan zijn opdrachtgever heeft doorgegeven. Het betoog van klaagster dat op beklaagde de verplichting rustte om het telefoonnummer van zijn opdrachtgever door te geven dan wel (schriftelijk) bewijs te leveren van het doorgeven van het aanbod van klaagster, wordt dan ook niet gevolgd. Het was wellicht beter geweest als beklaagde meer duidelijkheid over de situatie m.b.t. het huuraanbod van de woning had gegeven maar van tuchtrechtelijk laakbaar handelen van beklaagde was geen sprake. Gelet op de onderhavige omstandigheden wordt ook de reactie van beklaagde tijdens het door klaagster genoemde gesprek niet klachtwaardig geacht. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 14-32 RvT Amsterdam

    Informatie aan niet-opdrachtgever. Verstrekken persoonsgegevens aan derden.   Klager heeft makelaarskantoor X opdracht gegeven tot dienstverlening bij de verkoop van zijn woning. Na het faillissement van X heeft makelaar W. (beklaagde) van de curator de orderportefeuille van X gekocht. Klager heeft vervolgens aangegeven dat hij niet wenste dat zijn opdracht aan X door beklaagde zou worden voortgezet en heeft beklaagde gevraagd om zijn dossier, inclusief de persoonsgegevens van de gegadigden die voor zijn woning belangstelling hadden getoond, aan hem te overhandigen. Klager verwijt beklaagde dat hij niet het gehele dossier heeft overhandigd en heeft geweigerd om de gevraagde persoonsgegevens te verstrekken. De Raad overweegt dat de makelaar o.g.v. de Erecode gehouden is zorgvuldig en vertrouwelijk om te gaan met gegevens die zich in zijn dossier bevinden. Beklaagde heeft niet in opdracht van klager gewerkt en de Raad ziet niet in welke binnen de Vereniging geldende regel beklaagde zou hebben geschonden door de betreffende persoonsgegevens niet aan klager te overhandigen. De Raad constateert verder dat beklaagde aan klager heeft aangeboden om voor zover mogelijk bij de betreffende personen navraag te doen in hoeverre door hem persoonsgegevens aan klager zouden mogen worden overgelegd. Het feit dat beklaagde hiervoor een (zeer) geringe vergoeding vroeg maakt dit niet tuchtrechtelijk laakbaar. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 14-64 RvT Amsterdam

    Informatie aan niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Optie en bod. Klager was geïnteresseerd in een woning die beklaagde in verkoop had. Klager heeft verschillende biedingen uitgebracht maar de woning is uiteindelijk voor een iets hoger bedrag dan door klager was geboden, aan een derde verkocht. Klager verwijt beklaagde dat hij op verschillende punten tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld heeft. De Raad overweegt dat beklaagde geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat het niet tot de mogelijkheden behoorde om een bezichtiging buiten de reguliere kantooruren te plannen. Ook m.b.t. de overige door klager gemaakte verwijten kan niet worden vastgesteld dat beklaagde tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld heeft. Ten overvloede wordt hierbij nog overwogen dat het uitbrengen van een bod de makelaar op geen enkele wijze tot het uitbrengen van een tegenbod verplicht. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 15-19 RvT Amsterdam

    Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. Ontbreken van berekening volgens NEN 2580. Klager heeft in november 2010 een woning gekocht die door beklaagde werd aangeboden. Op Funda werd door beklaagde een gebruiksoppervlakte van 135 m2 vermeld. Toen klager de woning in 2013 ging verbouwen bleek de gebruiksoppervlakte berekend volgens de NEN 2580 norm, slechts 120 m2 te zijn. Klager verwijt beklaagde dat hij ten tijde van de aankoop onjuiste informatie heeft verstrekt. De Raad overweegt dat het Algemeen Bestuur van de Vereniging in maart 2010 heeft bepaald dat leden van de Vereniging bij de meting van de oppervlakte van een woning de NEN 2580-norm dienen te volgen. Voor woningen die vóór 15 juni 2010 reeds in het systeem stonden, (zoals de onderhavige), gold een overgangsperiode tot 1 september 2010. Beklaagde heeft de oppervlakte van de woning niet conform de NEN 2580 methode herberekend en heeft ook na 1 september 2010 de gegevens m.b.t. de woonoppervlakte niet aangepast. Hierdoor heeft hij klager onjuiste informatie verstrekt.   Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 14-18 RvT Amsterdam

    Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Klagers hebben een woning gekocht die beklaagde in verkoop had. Voordat de woning aan klagers verkocht werd, was met andere gegadigden ook al een koopovereenkomst tot stand gekomen. Die overeenkomst werd uiteindelijk ontbonden omdat de gegadigden de financiering niet rond kregen. In verband met deze teleurstellende ervaring heeft beklaagde met zijn opdrachtgever afgesproken dat nieuwe gegadigden eerst een financiële toets zouden moeten laten uitvoeren alvorens verdere onderhandelingen zouden worden gevoerd. Klagers verwijten beklaagde dat hij hen verplicht heeft om deze eerste financiële toets te laten uitvoeren door kantoor X, dat in hetzelfde pand als het makelaarskantoor gevestigd is. De Raad stelt vast dat beklaagde klagers niet heeft verplicht om hun hypotheek bij kantoor X te regelen. Beklaagde heeft klagers wel verplicht om voor de eerste financiële toets kantoor X in te schakelen. Aan die eerste berekening waren voor klagers geen kosten verbonden en deze werkzaamheden leverden voor kantoor X geen “inkomen” op. Van enig financieel belang van beklaagde bij het stellen van de voorwaarde is niet gebleken. Weliswaar is het binnen het kantoor van beklaagde geen beleid dat aspirant-kopers worden verplicht een eerste financiële berekening uit te laten voeren door kantoor X, maar in dit geval was sprake van een uitzonderingssituatie, waarin door beklaagde is gekozen voor kantoor X als vertrouwd kantoor voor het vervaardigen van die eerste financiële toets van aspirant-kopers. De Raad acht de klacht ongegrond. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 14-17 RvT Amsterdam

    Belangenbehartiging opdrachtgever. Perikelen bij echtscheiding. Onheuse bejegening/ongepast optreden.Klaagster en haar ex-partner hebben in het kader van hun boedelscheiding beklaagde opdracht gegeven hun woning te verkopen. Klaagster bewoonde de woning met haar zoon; haar ex-partner had op basis van een beschikking van de rechtbank geen toegang meer tot de woning. Tijdens een bezoek aan het kantoor van beklaagde is tussen klaagster en beklaagde onenigheid ontstaan. De situatie is daarbij uit de hand gelopen en zowel klaagster als beklaagde hebben aangifte bij de politie gedaan. Klaagster verwijt beklaagde dat hij haar tijdens het bezoek heeft beledigd, bedreigd en (licht) mishandeld en dat hij zich nadien tegenover derden op negatieve wijze over haar heeft uitgelaten. Daarnaast wordt beklaagde nog verweten dat hij, nadat hij zelf de opdracht had teruggegeven, de sleutels niet aan klaagster heeft terugbezorgd.De Raad kan geen uitspraak doen over de door klaagster gestelde misdragingen tijdens het kantoorbezoek. Deze kwestie is immers in behandeling bij politie en/of justitie. Het behoort niet tot de taak van de Raad om t.a.v. de gestelde gebeurtenissen aan waarheidsvinding te doen. Klaagster is in zoverre dan ook niet-ontvankelijk in haar klacht. Wat betreft de handelwijze van beklaagde na het bezoek stelt de Raad vast dat beklaagde er in ieder geval mede debet aan is geweest dat de situatie tussen hem en klaagster uit de hand gelopen is. Beklaagde heeft de kwestie laten escaleren en heeft daarmee tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Voorts had beklaagde de sleutels dienen terug te geven aan klaagster, degene die hem de sleutels destijds had overhandigd. Door de sleutels af te geven aan klaagsters ex-partner, van wie hij wist dat deze niet meer in de woning woonde, heeft beklaagde ook op dit punt tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld.   Download uitspraak (pdf) Uitspraak Centrale Raad van Toezicht, 14-2540 CRvT

    Lees meer