13-2476 CRvT

Klacht tegen makelaarskantoor en niet tegen de daaraan verbonden makelaar. Informatieplicht makelaar-beheerder tevens makelaar-verkoper over te verrichten herstelwerkzaamheden. Notulen vergadering VvE overhandigd. De raad van toezicht heeft, hoewel de klacht tegen het makelaarskantoor was gericht, de aan het kantoor verbonden makelaar als beklaagde aangemerkt. De Centrale Raad herstelt dit. Klager koopt in januari 2007 een appartementsrecht dat wordt aangeboden door een makelaar die tevens optreedt als beheerder van het wooncomplex. De Vereniging van Eigenaren had in november 2006 besloten tot herstel van de riolering en begrootte de kosten daarvan op € 750 per lid. In april 2007 besluit de VvE dat elk lid € 750 bijdraagt. Klager verneemt daarvan op dat moment voor het eerst. Hij verwijt de verkopend makelaar het achterhouden van belangrijke informatie. De Centrale Raad constateert dat de makelaar aan klager vóór diens aankoopbeslissing de notulen van de VvE-vergadering uit november 2006 overhandigde. Daarin had klager over het herstel kunnen lezen en had hij desgewenst vragen kunnen stellen. Het definitieve besluit tot omslag van de kosten viel pas nadat klager had gekocht en eigenaar was geworden. De klacht is ongegrond. Download uitspraak (pdf) Uitspraak RvT Groningen, 12-70 RvT Groningen

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

H. P., wonende te G, appellant/klager,

tegen

MAKELAARDIJ S B.V.,lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te G, beklaagde.

1.             Verloop van de procedure
1.1         Bij brief van 19 december 2011 heeft appellant een klacht tegen Makelaardij S B.V. ingediend bij de afdeling Consumentenvoorlichting van de NVM. Deze heeft de klacht doorgeleid naar de Raad van Toezicht Groningen. In de beslissing van 4 juni 2012, verzonden op 29 november 2012, is op die klacht beslist. In deze beslissing is als beklaagde aangemerkt A. B, sinds december 2010 directeur van Makelaardij S B.V. en de klacht ongegrond verklaard. Appellant is bij brief van 10 januari 2013, ontvangen op 11 januari 2013, tijdig van deze beslissing in hoger beroep gekomen.
1.2         In zijn brief van 19 februari 2013 heeft appellant de gronden aangevoerd waarop zijn hoger beroep is gebaseerd.
1.3         Makelaardij S B.V. heeft bij monde van voornoemde B in haar brief van 22 maart 2013 verweer gevoerd in hoger beroep.
1.4         De Centrale Raad van Toezicht heeft kennis genomen van de in eerste instantie tussen partijen gewisselde stukken en de beslissing van de Raad van Toezicht.
1.5         Ter zitting van 18 april 2013 van de Centrale Raad van Toezicht zijn verschenen:
      appellant in persoon vergezeld van zijn echtgenote;
      B namens Makelaardij S B.V..
1.6         Partijen zijn door de Centrale Raad van Toezicht gehoord en hebben hun standpunten nader toegelicht.

2.             De feiten
2.1         Als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de inhoud van de overgelegde bescheiden, voor zover niet betwist, staat het navolgende vast.
2.2         In 2006 is (het kantoor van) Makelaardij S B.V. beheerder van het appartementengebouw van de Vereniging van Eigenaars (hierna: de vereniging) gelegen aan de P-weg 552 tot en met 582 in G. In de vergadering van eigenaars van 7 november 2006 wisselen de leden van de vereniging van gedachten over de gebreken aan de buitenriolering. Hoewel de kaspositie van de vereniging de betaling van de te verwachten reparatiekosten niet toelaat, besluiten de leden opdracht tot reparatie te verstrekken. De leden begroten de aan uitvoering van de reparatiewerkzaamheden verbonden kosten op circa € 700,– per lid. In de notulen van deze vergadering is hiervan melding gemaakt. Begin 2007 zijn de werkzaamheden, te weten het vervangen van alle rioolbuizen, uitgevoerd.
2.3         De eigenaar van het appartementsrecht met betrekking tot het appartement aan de P-weg 564 geeft aan Makelaardij S B.V. opdracht om te bemiddelen bij de verkoop daarvan. De verkoopbrochure van het appartement bevatte ondermeer de notulen van de vergadering van de vereniging van 7 november 2006. De in aankoop daarvan geïnteresseerde appellant bezoekt samen met zijn vriendin op 4 januari 2007 het appartement. Op 11 januari 2007 bezichtigt appellant voor de eerste maal met zijn makelaar het appartement. Op 29 januari 2007 koopt appellant dit appartementsrecht voor € 134.000,–.
2.4         Bij brief van 7 maart 2007 bericht Makelaardij S B.V., in haar hoedanigheid van beheerder van de vereniging, de met de levering van het appartementsrecht belastte notaris dat de debiteurenadministratie van de vereniging aangeeft dat het saldo van de verkoper een stand vertoont van € 0,00.
2.5         Op 30 maart 2007 draagt de verkoper de eigendom over. De akte van levering vermeldt ondermeer dat de verkoper een appartementsrecht levert dat niet belast is met andere lasten en beperkingen uit overeenkomst, anders dan in de akte zijn vermeld. De verkoper garandeert voorts dat op het verkochte de gebruikelijke zakelijke lasten rusten, waarvan de verschenen termijnen zijn voldaan.
2.6         Op de door appellant op 3 april 2007 bijgewoonde ledenvergadering van de vereniging verneemt appellant dat alle leden met een bedrag van € 750,– dienen bij te dragen aan de kosten van herstel van de riolering. Op 10 april 2007 verzendt het bedrijf dat de werkzaamheden heeft uitgevoerd een factuur van € 23.800,– aan de vereniging. Appellant betaalt € 500,– aan de vereniging, maar voldoet de resterende € 250,– niet. Hij stelt zich in de daaropvolgende periode op het standpunt dat hij deze kosten niet is verschuldigd, omdat hij op het moment van totstandkoming van de koopovereenkomst en op het moment van eigendomsoverdracht daarmee niet bekend was en de verkoper en beklaagde die daarvan wel op de hoogte waren, hebben verzuimd om appellant en zijn makelaar daarover te informeren. Appellant vordert van de vereniging restitutie van het door hem betaalde bedrag.

3.             De klacht
3.1         De klacht, zoals deze door de Raad van Toezicht is samengevat, tegen welke samenvatting geen bezwaar is gemaakt, houdt het navolgende in.
3.2         Makelaardij S B.V. heeft nagelaten om appellant voorafgaande aan de eigendomsoverdracht te informeren over de kosten die zouden zijn verbonden aan uitvoering van renovatiewerkzaamheden aan de riolering en voor zijn rekening zouden komen. Makelaardij S B.V. heeft niet voldaan aan haar informatieverplichting en heeft daardoor niet gehandeld zoals het een behoorlijk makelaar betaamt.

4.             Het hoger beroep
4.1         Appellant heeft in hoger beroep, samengevat en zakelijk weergegeven, het navolgende aangevoerd.
4.2         De omvang van de aan de reparatie verbonden kosten was blijkens de notulen van de op 7 november 2006 gehouden ledenvergadering bekend bij de leden. De makelaar van appellant heeft geïnformeerd naar de hoogte van het verschuldigde bedrag, maar Makelaardij S B.V. heeft daarover bewust geen informatie verstrekt. Onjuist is dat de aan haar kantoor verbonden medewerker V appellant en zijn makelaar over deze kosten zou hebben geïnformeerd tijdens de onderhandelingen.
4.3         Appellant heeft op 11 januari 2007 het appartement met zijn makelaar voor de eerste maal bezichtigd. Op dat moment waren de werkzaamheden aan de riolering al volledig uitgevoerd. Ook de hoogte van de daarmee gemoeide kosten was bekend. Onjuist is daarom de overweging van de Raad van Toezicht dat met de werkzaamheden nog niet was begonnen gedurende de periode van de onderhandelingen en het moment van totstandkoming van de koopovereenkomst.
4.4         De klacht moet gegrond worden verklaard en Makelaardij S B.V. moet niet alleen worden veroordeeld tot betaling van € 750,– en een schadevergoeding, maar daarnaast worden belast met de vergoeding van de door appellant gemaakte kosten in verband met de behandeling van de klacht.

5.             Het verweer
5.1         Makelaardij S B.V. heeft in hoger beroep, samengevat en zakelijk weergegeven, het navolgende aangevoerd.
5.2         Onjuist is de stelling van appellant dat Makelaardij S B.V. bewust geen informatie zou hebben verstrekt over de kosten van herstel van de riolering. Omdat de notulen van de op 7 november 2006 gehouden ledenvergadering aan appellant beschikbaar zijn gesteld, was hij ermee bekend dat wellicht een beroep op de leden van de vereniging zou worden gedaan om eenmalig een financiële bijdrage te leveren ter dekking van deze kosten. Omdat eerst op 4 (bedoeld zal zijn: 3) april 2007 een beslissing is genomen dat de kosten van herstel van de riolering zouden worden voldaan door middel van een bijdrage van € 750,– per appartement, ontstond er pas op dat moment een vordering en rustte na de eigendomsoverdracht de verplichting tot betaling van die bijdrage op appellant.

6.             Beoordeling van het geschil in hoger beroep
6.1         Door het hoger beroep ligt de klacht in volle omvang ter beoordeling aan de Centrale Raad van Toezicht voor.
6.2         Blijkens de brief van 19 december 2011, waarbij de klacht is ingediend, zijn de verwijten van appellant gericht tegen Makelaardij S B.V. Ter zitting van de Centrale Raad van Toezicht heeft appellant desgevraagd bevestigd dat zijn klacht, anders dan is vermeld in de beslissing van de Raad van Toezicht, niet is gericht tegen de aangesloten NVM-Makelaar B die sinds december 2010 directeur is van Makelaardij S B.V. De Centrale Raad van Toezicht zal, mede nu ter zitting is gebleken dat appellant en B daarmee instemmen, de klacht beschouwen als te zijn gericht tegen Makelaardij S B.V. Hij vernietigt de beslissing van de Raad van Toezicht, voorzover deze tegen B is gericht.
6.3         In deze procedure beoordeelt de Centrale Raad van Toezicht uitsluitend of Makelaardij S B.V. tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Indien de Centrale Raad van Toezicht tot het oordeel zou komen, dat daarvan sprake is, kan hij een beklaagde niet veroordelen tot het betalen van enig bedrag.
6.4         Appellant heeft met bijstand van zijn makelaar het appartement bezichtigd en vervolgens onderhandelingen gevoerd over de aankoop daarvan. Appellant heeft in zijn brief van 19 december 2012 vermeld dat aan hem en zijn makelaar als onderdeel van de verkoopinformatie, de notulen zijn verstrekt van de op 7 november 2006 gehouden algemene ledenvergadering. Daarin is vermeld dat de kosten verbonden aan het herstel van de buitenriolering worden geschat op circa € 700,– per lid. Door het verstrekken van deze notulen, gegeven ook de inhoud daarvan, heeft Makelaardij S B.V. voldaan aan de op haar rustende verplichting om aan appellant de voor het nemen van een aankoopbeslissing relevante informatie te verstrekken. Indien appellant over de desbetreffende geschatte kosten nadere informatie had willen verkrijgen dan had het op zijn weg gelegen, en op die van zijn makelaar, om daarover aan Makelaar S B.V. nadere vragen te stellen. De stelling van appellant dat daar wel vragen over zijn gesteld en op die vraag door V van Makelaardij S B.V. ontkennend is geantwoord, is niet komen vast te staan. Voorts is de inhoud van de brief van 7 maart 2007(zie onder 1.4.) niet onjuist of misleidend. Op dat moment was er nog geen opeisbare vordering van de vereniging op de eigenaar van het door appellant gekochte appartement. Die is pas ontstaan op 3 april 2000, dus na de levering. De klacht is ongegrond en de beslissing van de Raad van Toezicht dient, voor wat betreft haar inhoud, te worden bekrachtigd.
6.5         Gelet op de inhoud van de statuten en het Reglement Tuchtrechtspraak NVM komt de Centrale Raad van Toezicht tot de volgende uitspraak.

7.             Beslissing in hoger beroep
7.1         Vernietigt de beslissing van 4 juni 2012 van de Raad van Toezicht Groningen voor zover zij gericht is tegen A. B, merkt Makelaardij S B.V. aan als beklaagde en bekrachtigt de beslissing voor het overige

Aldus gewezen te Amersfoort door mr. D.H. de Witte, voorzitter, mr. P. van der Kolk-Nunes, F.J. van der Sluijs, mr. J.C. Borgdorff, leden en mr. J.A. van den Berg, lid/secretaris en ondertekend op 4 juni 2013.