20-01 RvT Zuid

20-01 RvT Zuid 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER   Onheuse bejegening/ongepast optreden. Niet zelf beantwoorden van e-mail terwijl om persoonlijke reactie is verzocht.   Beklaagde heeft van één van zes erfgenamen opdracht ontvangen een woning te verkopen. De opdracht werd mede namens de overige erfgenamen, waaronder klaagster, verstrekt. De woning is vervolgens via beklaagde verkocht. Klaagster verwijt beklaagde dat hij, dan wel zijn medewerkster, zich bij de ondertekening op beklaagdes kantoor, onfatsoenlijk en onprofessioneel heeft gedragen. Daarnaast wordt beklaagde verweten dat hij niet zelf op klaagsters e-mail over het voorval heeft gereageerd terwijl zij wel expliciet om een reactie van beklaagde gevraagd had. De Raad kan niet vaststellen of er inderdaad sprake is geweest van “agressief en ordinair schelden” zoals door klaagster is gesteld. De Raad concludeert wel dat door beklaagde en/of zijn medewerkster kennelijk geïrriteerd uitlatingen zijn gedaan die door klaagster als “pittig” zijn ervaren. Van een zichzelf respecterend, zorgvuldig handelend makelaar en diens medewerker(s), mag steeds een professionele houding en reactie worden verwacht. Beklaagde heeft hier onvoldoende aan voldaan. Voorts staat vast dat beklaagde niet op de e-mail van klaagster over het voorval heeft gereageerd, hoewel klaagster daar wel expliciet om heeft gevraagd. Ook op dit punt is beklaagde toerekenbaar tekortgeschoten. Dat dit gebeurde omdat de erfgename die beklaagde de opdracht had verstrekt dit niet wilde, doet daar niet aan af. De klacht is  gegrond.

20-01 RvT Zuid