20-17 CRvT

200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Belangenverstrengeling. Ongepast optreden. Onzorgvuldig handelen. Omvang van het verkochte. Mededelingsplicht. Samenloop tuchtrechtspraak en geschillenoplossing. Beklaagden hadden een perceel grasland in verkoop dat grensde aan de tuin van klager. Klager heeft het grasland gekocht en daarna beklaagden gevraagd de verkoop van zijn naastgelegen woning ter hand te nemen. Klager was voornemens om het grasland, na de verkoop van zijn woning, met winst door te verkopen. Via beklaagden werd een koper voor de woning gevonden. Vervolgens is onenigheid ontstaan over de vraag of het pad tussen de woning en het grasland bij de koop inbegrepen was. Klager wilde het pad niet mee verkopen en de verkoop is daardoor uiteindelijk niet doorgegaan. Klager verwijt beklaagden dat zij op verschillende punten bij de uitvoering van de verkoopopdracht tekortgeschoten zijn. De Centrale Raad overweegt dat de door klager gestelde belangenverstrengeling niet is komen vast te staan. Evenmin is gebleken dat beklaagden negatieve en vertrouwelijke informatie over klager hebben verspreid. Voorts staat vast dat beklaagden met diverse gegadigden hebben gesproken over de vraag of het pad deel zou uitmaken van de verkoop. Het feit dat daarover vragen zijn ontstaan en de meeste geïnteresseerden het pad wel wensten te verwerven kan aan beklaagden niet worden verweten. Door beklaagden is niet betwist dat beklaagde X een allonge bij de koopovereenkomst heeft opgesteld en deze niet gelijk met de koopovereenkomst maar pas later die dag met klager heeft gedeeld. Het had het op de weg van beklaagde X gelegen om deze allonge direct met klager te delen. Door dit na te laten is bij klager ten onrechte de indruk gewekt dat met de kopers volledige overeenstemming over de koopovereenkomst was bereikt en dat het pad buiten de verkoop was gehouden. De klacht is op dit punt, jegens beklaagde X, gegrond. Nu niet is gebleken dat beklaagde Y hierbij betrokken was wordt dit onderdeel van de klacht jegens beklaagde Y ongegrond geacht. Gezien een eerdere gegrondverklaring door de Geschillencommissie Makelaardij zag de Raad van Toezicht af van het opleggen van een maatregel. De Centrale Raad ziet wel aanleiding om beklaagde X een tuchtrechtelijke maatregel (berisping) op te leggen.

20-17 CRvT

18-55 RvT Noord