20-44 CRvT

CR 19/2687   DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE COÖPERATIEVE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN TAXATEURS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM U.A.   Echtscheidingssituatie. Rechterlijk vonnis in plaats van toestemming ex-echtgenoot. Beweerdelijk te lage opbrengst. Waardeopgave door verkopend makelaar aan notaris.   Bij echtscheidingsconvenant wordt bepaald dat de echtelijke woning aan de man (klager) wordt toebedeeld maar de effectuering daarvan komt niet tot stand. Een paar jaar later in 2014 vordert de ex-vrouw van klager dat de woning alsnog wordt verkocht en start daartoe een procedure. In die wetenschap verhuurt klager de woning aan een derde. Twee makelaars waarderen de woning op € 664.000 respectievelijk € 695.000 in verhuurde staat en op € 950.000 respectievelijk € 935.000 vrij van huur. De rechter wijst de vordering van de vrouw in oktober 2015 toe. De door haar ingeschakelde makelaar (beklaagde) gaat uit van een waarde van € 750.000 in verhuurde staat en vrij van huur van € 1.050.000. Na kennis genomen te hebben van het rechterlijk vonnis gaat beklaagde aan de slag. Deze slaagt er in om het pand aan een projectontwikkelaar te verkopen voor € 875.000. De huurder zit er dan nog in. Deze vertrekt een jaar later na een vergoeding van de ontwikkelaar te hebben ontvangen. De ontwikkelaar verkoopt de woning vervolgens voor € 1.270.000. Het verwijt van klager dat de makelaar hem niet betrok bij de verkoop is onterecht. Het rechterlijk vonnis zegt duidelijk dat dit in de plaats komt van de toestemming van klager. De opbrengst wijkt niet sterk af van de schattingen van de twee makelaars. Dat het pand minder opbracht dan klager wenste, komt door de verhuurde staat van het pand die klager echter zelf heeft bewerkstelligd.

20-44 CRvT

19-03 RvT West