20-62 CRvT

CR 20/2705   DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE COÖPERATIEVE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN TAXATEURS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM U.A.   Overschrijding redelijke termijn bij indienen van klacht. Belangenafweging tussen klagers en beklaagde. Klacht tegen makelaar én onderneming. Beweerdelijk te hoge waarderingen en oordeel daarover van door de rechter benoemde deskundige.   Klagers vormen een vennootschap. Een der vorige vennoten geeft in 2000 een makelaarskantoor opdracht een kantoorpand te taxeren met het oog op de aankoop daarvan. Die vindt plaats voor het getaxeerde bedrag van € 1.724.365. Kort daarvoor had een andere makelaar het pand gewaardeerd op € 1.497.174. Klagers komen hier pas in 2014 achter. In verband met de toetreding van nieuwe vennoten wordt in 2006, 2007 en 2009 het pand opnieuw door beklaagde getaxeerd. De waardes liggen dan op € 2.050.000, € 2.165.000 en € 2.000.000. In 2014 taxeert de eerder genoemde andere makelaar het pand op € 980.000. Klagers stellen dat beklaagde het pand meermalen ca € 4 ton te hoog heeft gewaardeerd waardoor schade is geleden. Zij stellen beklaagde aansprakelijk. De rechtbank benoemt op verzoek van klagers een deskundige. Die zegt in zijn rapport van januari 2018 dat naar de maatstaven van toentertijd niet gezegd kan worden dat beklaagde niet in redelijkheid tot zijn waarderingen heeft kunnen komen. Vervolgens dienen klagers in september 2018 hun klacht in. De Raad van toezicht verklaart deze niet-ontvankelijk vanwege onredelijk lang tijdsverloop. Hiertegen komen klagers op. De Centrale Raad onderschrijft ten principale dit oordeel. Het college weegt de belangen van klagers en beklaagde tegen elkaar af. Die afweging valt in het voordeel van beklaagde uit. Dat klagers al eerder, t.w. in 2015, hebben gezegd een klacht te overwegen maakt dit niet anders. De raad van toezicht heeft ten onrechte alleen de makelaar als beklaagde aangemerkt..

20-62 CRvT

19-62 RvT Zuid