20-82 RvT Amsterdam

200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER. Klagers hebben eind 2017 contact gehad met beklaagde over de mogelijke verkoop van hun woning. In 2018 wordt de opdracht tot verkoop van de woning ondertekend. Er worden een aantal werkzaamheden verricht, waaronder het maken van foto’s. Omdat klagers nog op zoek zijn naar een andere woning wordt de verkoop nog niet opgestart. Als beklaagde vervolgens in 2019 naar de stand van zaken vraagt, merken klagers op dat zij graag contact willen met de medewerker die zij in 2017 hebben ontmoet. Deze is niet meer werkzaam bij beklaagde. Na enige communicatie over en weer besluiten klagers niet met een nieuwe medewerker van beklaagde samen te willen werken. Zij willen de overeenkomst beëindigen. Beklaagde stuurt hierop een rekening. Daar zijn klagers het niet mee eens. Bovendien klagen klagers over de communicatie van de zijde van beklaagde. De Raad oordeelt in deze procedure dat zij geen oordeel kan geven over de hoogte van de eindafrekening. Dit is voorbehouden aan de burgerlijk rechter. Wel acht de Raad de klacht omtrent de communicatie door beklaagde gegrond.     Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM U.A.   RvT 12/20

20-82 RvT Amsterdam