Uitspraken

  • 15-52 RvT Oost

    Collegialiteit. Uitlatingen over collega. Makelaar A (klaagster) heeft in een vennootschap onder firma (V.O.F. B) samengewerkt met makelaarskantoor B, het makelaarskantoor van beklaagde. Tussen de vennoten was afgesproken dat klaagster de administratie van zowel de V.O.F. als van het makelaarskantoor zou verzorgen. Daarnaast heeft klaagster via de V.O.F. meegewerkt aan de verkoop van nieuw te bouwen appartementen. Makelaarskantoor B had van de projecteigenaar de opdracht tot dienstverlening bij de verkoop van deze appartementen ontvangen. Klaagster verwijt beklaagde dat hij buiten haar om contact heeft opgenomen met de mensen die via haar een appartement hebben gekocht. Daarnaast wordt beklaagde verweten dat hij klaagster heeft belemmerd bij de uitvoering van haar werkzaamheden en dat hij klaagster tegenover derden ten onrechte in een kwaad daglicht heeft gesteld. De Raad overweegt dat beklaagde, onder de onderhavige omstandigheden, zonder overtreding van de Erecode met klaagsters koper contact kon opnemen. Dat beklaagde klaagster bij de uitvoering van haar werkzaamheden heeft belemmerd is niet gebleken. Evenmin is komen vast te staan dat beklaagde zich op tuchtrechtelijk laakbare wijze over klaagster heeft uitgelaten.  Download uitspraak (pdf) 

    Lees meer
  • 15-53 RvT Oost

    Collegialiteit. Uitlatingen over collega. Makelaarskantoor B (klaagster) heeft in een vennootschap onder firma (V.O.F. B) samengewerkt met makelaar A (beklaagde). Tussen de beide vennoten is onenigheid ontstaan en uiteindelijk is besloten om de V.O.F. te ontbinden. Makelaarskantoor B verwijt makelaar A dat zij na de ontbinding de financiële afwikkeling van het samenwerkingsverband willens en wetens heeft gefrustreerd. Daarnaast wordt makelaar A verweten dat zij zich t.o.v. makelaarskantoor B oncollegiaal heeft gedragen en makelaarskantoor B reputatieschade heeft berokkend. De Raad overweegt dat makelaarskantoor B gerechtigd is om haar financiële aanspraken door de bevoegde rechter te laten beoordelen. Voor een tuchtrechtelijke toetsing is geen plaats tenzij makelaar A zonder enig redelijk argument en belang haar medewerking aan de financiële afwikkeling van de V.O.F. zou hebben onthouden. Hiervan is echter niet gebleken. Mede tegen de achtergrond van de zeer verslechterde verstandhouding tussen partijen komt de Raad tot de conclusie dat aan beklaagde geen tuchtrechtelijk verwijtbaar oncollegiaal gedrag kan worden verweten. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 15-54 RvT Oost

    Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende inspanning. Belangenverstrengeling. Onafhankelijkheid. Verkoop aan familielid. Beklaagde heeft van de bewindvoerder van de eigenaar, een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van een woning ontvangen. Mede gelet op de slechte staat van de woning, heeft beklaagde de waarde van de woning vastgesteld op EUR 170.000,--. De woning is vervolgens aan de buurman verkocht voor EUR 167.000,--. Enkele dagen later heeft deze buurman de woning voor EUR 172.000,-- aan de zoon van beklaagde doorverkocht. De dochter van de inmiddels overleden eigenaar verwijt beklaagde dat hij de woning te laag heeft gewaardeerd en minimale verkoopinspanningen heeft verricht. Daarnaast wordt beklaagde verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling, althans de schijn daartoe heeft gewekt. De Raad overweegt dat niet is komen vast te staan dat beklaagde de woning opzettelijk onjuist heeft getaxeerd noch dat hij in redelijkheid niet tot zijn waardeoordeel heeft kunnen komen. De verkoopinspanningen van beklaagde zijn inderdaad zeer beperkt gebleven maar zijn het gevolg van het bod van de buurman dat door de bewindvoerder aanvaardbaar werd geacht. Wel is voldoende aannemelijk geworden dat beklaagde in samenspel met de buurman heeft bevorderd dat zijn zoon de woning voor EUR 172.000,-- kon kopen, althans dat hij de schijn daartoe heeft gewekt. Beklaagde heeft aldus de belangen van zijn opdrachtgever en van zijn zoon verstrengeld. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer
  • 15-35 RvT Oost

    Taxatie. Financieringstaxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Nationale Hypotheek Garantie. Beklaagde heeft in het kader van de financiering en verkrijging van Nationale Hypotheek Garantie (NHG) voor een koper een woning getaxeerd. Beklaagde wordt door klaagster (NVM) verweten dat hij zich bij deze taxatie heeft laten leiden door een vooraf gewenste uitkomst, t.w. een waarde onder de grens voor verlening van NHG. De Raad acht aannemelijk dat beklaagde zich bij zijn waardering heeft laten leiden door de behoefte om onder de maximale grens van de NHG te blijven en verklaart de klacht gegrond. Download uitspraak (pdf)

    Lees meer